C.Lu.Mitr. (2 mitr. M. '25 en 2x2 cm tl.) van 's-Gravenhage, naar 's-Graven- zande, waar zij bevelen van de aangewezen hoofdofficier zouden ontvangen. In de loop van de voormiddag van 13 Mei werden de volgende stellingen be trokken 17 Bt.Lu.A.ongewijzigd; 23 Bt.Lu.A.750 m zuidoost van Kaapwoning; 163 Bt.Lu.A.: nabij R.K. Kerk; 1-1 C.Lu.Mitr.: nabij Aanleghoofd. Op deze 13e Mei waren de luchtbombardementen hevig en veelvuldig. Het vermoeden ligt voor de hand, dat de Britse scheepsbewegingen niet aan de Duitse luchtverkenningen waren ontgaan, evenmin als het ontschepen van troepen. Op Rozenburg drongen vage geruchten binnen omtrent de gebeurtenissen op Beijerland en IJsselmonde hieruit bestaande, dat de Duitsers met sterke pantser troepen oprukten over Dordrecht naar Rotterdam-zuid, terwijl op Beijerland de troepen van Groep Kil van het Zuidfront-Vg.Holland op het Spui terugtrokken. C.-3-II-39 R.I. ontving voortdurend berichten omtrent Duitse luchtlandin gen Hij vroeg om versterking en kreeg in de nacht 4 onderofficieren en 20 man van het fort Maasmond. De Batterijen VII en VIII hadden op 10, 11 en 12 Mei hun gehele munitie- voorraad verschoten, grotendeels op het Staalduinse bos. Uit het fort Maasmond was de daar nog opgeslagen munitie naar Rozenburg overgebracht en in de nacht van 13 op 14 Mei werd in enige vissersvaartuigen de helft van de per stuk beschik bare munitie, die tot dusverre nog op Wierickerschans was opgeslagen geweest, aangevoerd. Door de aanwezigheid van vijand tussen 's-Gravenhage en Hoek van Holland had men vervoer per vrachtauto te gevaarlijk geacht en daarom was de munitie te Scheveningen in twee gevorderde schokkers geladen, die onder leiding van een luitenant ter zee en een korporaal-adelborst, beiden dienstdoende bij Sectie IX van het H.K.-Vg.Holland, naar Hoek van Holland waren gebracht. De schepen werden gelost door de helft van de compagnie van 40 R.I. en matrozen af komstig van het gebombardeerde en op het strand gezette s.s. Juliana. Gebeurtenissen op 14 Mei Bij de Britse autoriteiten bestond het voornemen, in de nacht van 14 op 15 Mei nog een bataljon naar Hoek van Holland te zenden, doch de rapporten van de Britse militaire missie te 's-Gravenhage waren aanleiding, hiervan af te zien. Daar een beslissende Duitse aanval op Rotterdam en ineenstorting van de Neder landse verdediging werd verwacht, werden van Britse zijde bevelen gegeven voor de voorbereiding van de evacuatie van de Britse troepen uit Hoek van Holland, waartoe een aantal oorlogsschepen daarheen werd gedirigeerd. 60 l) Deze waren onjuist.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 76