De oudste Britse marineofficier te Hoek van Holland (Captain Halsey) was zelf reeds met voorbereidende maatregelen begonnen, zodat te 11.30 alles voor de evacuatie gereed was. Hij gaf aan de P.C. het voornemen te kennen, een aanvang te willen maken met de vernielingen. Deze gaf hiertoe echter geen toestemming, daar er nog geen bevel van de O.L.Z. was binnengekomen. Intussen was des morgens te 1.20 H.Ms. Malcolm te Hoek van Holland terug gekeerd. Dit schip haalde de Britse marine-attaché te Den Haag af van de uit Scheveningen uitgevaren reddingboot, gaf deze officier en een aantal vluchtelingen over aan een andere torpedoboot jager en keerde daarop weder naar Hoek van Holland terug. Na 10.00 werden bij herhaling luchtbombardementen uitgevoerd, die tot ver in de namiddag voortduurden; een aantal Britten werd gedood of gewond en er ontstonden branden. Toen een (later geheel onjuist gebleken) bericht te Hoek van Holland werd ontvangen, inhoudende, dat twee sterke Duitse gemechaniseerde eenheden op rukten van Rotterdam naar 's-Gravenhage en Hoek van Holland, was dit voor Captain Halsey aanleiding, een deel der Engelse troepen te doen embarkeren op de inmiddels aangekomen torpedoboot jager H.Ms. Whitshed. Het verlaten van de stellingen door de Britten was niet aan de Nederlandse commandanten gemeld; hun plotseling vertrek desorganiseerde de verdediging en maakte wijzigingen in de Nederlandse verdedigingsopstellingen noodzakelijk; het zeefront werd daartoe geheel ontbloot. Toen te 12.30 de officiële opdracht voor vertrek der Britse troepen door Captain Halsey werd ontvangen, kon de Whitshed met 300 man van de Irish Guards en 40 andere personen onmiddellijk vertrekken. Te 13.10 werd uit Engeland de evacuatie order ingetrokken, doch bovenstaand contingent was reeds vertrokken en, daar Captain Halsey langer verblijf te Hoek van Holland onverantwoord achtte, liet hij de evacuatie doorgaan en op de inmiddels aangekomen torpedoboot jager H.Ms. Vesper vertrok te 14.47 het resterende deel van de Guards. De mariniers met het grootste deel van de vernielingsploeg vertrokken te 15.10 met H.Ms. Malcolm. Hiermede vertrok tevens Captain Halsey. De com mandant van dit schip vergat de hem gegeven order op te volgen om tor pedo's op de pieren van de Nieuwe Waterweg te lanceren, waarmede de Britten hoopten een gat te doen ontstaan, ten gevolge waarvan de haven spoedig zou verzanden. Te ongeveer 17.00 werden echter door vier andere Britse torpedobootjagers, waarvan er een door luchtbombardement zwaar beschadigd werd, tezamen 31 torpedo's op de pieren afgevuurd, waarvan echter het resultaat niet bekend is. De Britse troepen hadden zeer veel wapens en uitrusting te Hoek van Holland achtergelaten en hun overhaast vertrek had een nadelige invloed op het moreel van de Nederlandse troepen. Intussen had het volgende plaats. Batterij V had met het ene daarvoor geschikte stuk te 5.00, 5.15 en 6.00 resp. 3, 6 en 15 projectielen verschoten, resp. op het zuidelijk uiteinde van de Korte 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 77