Korte tijd later kwam uit Rotterdam de Nederlandse torpedomotorboot TM 51 aan 1). De TM 51 was te 18.30 uit Rotterdam vertrokken en meerde langszij van de B.V. 43 en 44, beiden gemeerd aan de Viandasteiger en in verband met de capi tulatie bezig, de munitie overboord te zetten. De Commandant van de TM 51 pleegde overleg met de P.C. Deze had juist het besluit genomen, naar Engeland uit te wijken en besloot nu met de TM 51 te vertrekken en ieder die dit wenste, gelegenheid te geven om te embarkeren, waarvan acht officieren gebruik maakten. Ondanks een luchtaanval en het vastlopen van een keerkoppeling bereikte de TM 51, die met het invallen van de schemer vertrok, Engeland. Vóór zijn vertrek had de P.C. overwogen, de Nieuwe Waterweg met schepen te versperren, doch hij had van dit voornemen afgezien, daar geen voldoende materieel beschikbaar was. Het is niet bekend, waarom de P.C. geen maatregelen nam om de nog aanwezige Nederlandse bewakings- en onderzoekingsvaartuigen naar Engeland te doen vertrekken dan wel tot zinken te brengen. De B.V. 43 en 44 waren, zoals is medegedeeld, aan de Viandasteiger gemeerd, waar het geschut onbruikbaar werd gemaakt, de munitie over boord werd geworpen en de geheime bescheiden werden vernietigd. De commandanten en hun toegevoegde marineofficieren vertrokken met de TM 51 naar Engeland, de bemanning werd verzameld in het R.V.S. kamp. Van de Britse torpedoboot jagers, die de pieren van de Nieuwe Waterweg hadden getorpedeerd, kreeg de Commandant van H.Ms. Keith op de terugweg naar Enge land bericht, dat Nederlandse troepen in de nacht uit Hoek van Holland, Scheve- ningen en andere havens geëvacueerd zouden worden en daartoe vier transport schepen onder bescherming van jagers naar Hoek van Holland waren gezonden. Hij besloot daarom voor de kust te blijven patrouilleren. Het zenden van de transportschepen was intussen afgelast en alle Britse oorlogs schepen in de Nederlandse territoriale wateren (behalve in Zeeland) kregen op dracht, deze te verlaten. Toch is H.Ms. Keith nog te Hoek van Holland binnengelopen om evacué's aan boord te nemen. De commandant ontmoette de luitenant ter zee 2e klasse, Chef van de Verbindingsdienst, die juist tot de ontdekking was gekomen dat de P.C. naar Engeland was vertrokken. Deze maakte in het R.V.S. kamp bekend, dat er nog gelegenheid was met H.Ms. Keith naar Engeland over te steken, doch hiervan maakten slechts enkele officieren en burgers gebruik. 63 Van de 20 in aanbouw zijnde torpedomotorboten was de TM 51 de enige, die zover gereed was, dat zij op 10 Mei aan de krijgsverrichtingen kon deelnemen. Het schip was die dag op de Maas te Rotterdam ingezet tegen de Maasbruggen en was daarna op de werf Gusto in reparatie genomen. De commandant had van de C.M.S. opdracht ontvangen, met de in aanbouw zijnde onderzeeboot O. 24 naar Engeland te vertrekken. De ingenieur van de werf Ir. P. A. van Hecking Colenbrander had daarna toestemming verzocht en gekregen om de inmiddels gerepareerde TM 51 naar Engeland te brengen en had voor de navigatie de kapitein-eigenaar van een kustvaarder te Schiedam bereid gevonden mede te gaan. Diens militaire positie werd door een oproep voor de militaire dienst als zeemilicien vastgelegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 79