HOOFDSTUK II
HET NOORDFRONT
a. ALGEMEEN OVERZICHT OVER NOORD-HOLLAND TEN
NOORDEN VAN HET NOORDZEEKANAAL
De toegang uit de noordelijke provincies tot Noord-Holland werd afgesloten
door de groepen van kazematten op de Afsluitdijk bij Kornwerderzand en Den
Oever, die onder de Commandant van de Stelling van Den Helder (C.-Stg.Hd.)
ressorteerden, alsmede door de oorlogsschepen van de Kon. Marine op het
IJsselmeer.
Indien de vijand er in zou slagen, in Noord-Holland door te dringen, moest de
Stelling van Den Helder zelfstandig de verdediging voeren op het daartoe inge
richte landfront ter hoogte van pl. 4 aan de kust.
De verdediging van het Noordfront van de Vesting Holland moest worden ge
organiseerd op het gedeelte van de Stelling van Amsterdam, dat liep van Edam
over Kwadijk naar Purmerend, langs het Noord-Hollandsch kanaal naar Spijker
boor, over Knollendam naar Krommeniedijk en vervolgens in zuidwestelijke
richting langs het Zijkanaal A naar het Noordzeekanaal. Vandaar moest het front
lopen langs het Noordzeekanaal naar de Spoorbrug bij Velsen, waar aansluiting
werd verkregen met het landfront van de Positie IJmuiden, lopende over het
Hoogovenbedrijf naar Wijk aan Zee. Het bovengenoemde deel van de Stelling van
Amsterdam, waarin zich dertien forten bevonden, was gedurende de mobilisatie
niet door troepen bezet geweest en niet ter verdediging ingericht. Inundatie van
het voorterrein was echter mogelijk met de vanouds aanwezige inundatiemiddelen.
Voor de verdediging moesten, indien daartoe aanleiding ontstond, troepen van
elders worden vrij gemaakt en depottroepen worden gebruikt, die echter on
geoefend waren.
In de Wieringermeerpolder werden de hulpvliegvelden Middenmeer en Wie-
ringermeer door een depotcompagnie bewaakt, terwijl voor luchtafweer een
peloton Lu.Mitr. en een Batterij Lu.A. stonden opgesteld.
Aan de Noordzeekust stonden de bij de Groepen Alkmaar en Haarlem en de
Positie IJmuiden genoemde zwakke bewakingstroepen.
Voorts waren in Noord-Holland de volgende depottroepen gelegerd:
Dep. Lu.A. te Alkmaar en Castricum;
III Dep. Inf. met Staf en 1 Dep.Bat. te Bergen, 9 Dep.Bat. te Alkmaar en 12
Dep.Bat. te Bergen aan Zee;
VIII Dep.Inf. met Staf, 5 en 16 Dep.Bat. te Alkmaar, 21 Dep.Bat. te Schoorl;
IV Dep.Inf. met Staf en 19 Dep.Bat. te Hoorn en Zwaag, 11 Dep.Bat. te
Enkhuizen en Medemblik. Van dit Depot bevond zich 8 Dep.Bat. op 10 Mei te
Bussum; het werd in de nacht van 11 op 12 Mei (verminderd met twee com
pagnieën) verplaatst, eerst naar Hoorn en vandaar naar Zaandam.
65
(waarin opgenomen de gebeurtenissen te Amsterdam)
(Zie schetskaart nr 10)