Op het IJsselmeer waren acht bewapende sleepboten van de IJsselmeerflottielje,
die onder bevel van C.-Vg.Holland stond, met de bewaking belast. Bovendien
waren enige schepen van de Kon. Marine uit Den Helder aangewezen, om op het
IJsselmeer met de bedoelde flottielje samen te werken.
b. DE GEBEURTENISSEN TEN NOORDEN VAN EN OP HET
NOORDFRONT
Op 10 en 11 Mei trokken de troepen uit de noordelijke provincies over de
Afsluitdijk naar Noord-Holland terug en bereikten de Duitsers de IJsselmeerkust
zowel in Friesland als op de Veluwe.
Op 12 Mei werd het versterkte bataljon infanterie, dat vóór de Afsluitdijk een
opnamestelling bezet hield, uit die stelling teruggeworpen.
In de Stelling van Den Helder werd het Zeefront ten zuiden van pl. 4 losge
laten en het Landfront bezet met aanwezige en uit de noordelijke provincies af
komstige troepen. Van deze troepen werden bovendien twee bataljons aan de
IJsselmeerkust geplaatst van het haventje Oude Zeug tot en met Den Oever.
Aansluitend daaraan werden van 11 Dep.Bat. te Medemblik 50 man voor kust
bewaking tussen Oude Zeug en Medemblik aangewezen.
Op 12 Mei bleek, dat de Duitsers te Stavoren voorbereidingen troffen voor een
onderneming over het IJsselmeer, waarna C.-Stg.Hd. nog enige mijnenvegers
naar het IJsselmeer zond. Een kanonneerboot werd door een luchtaanval tot
zinken gebracht, waarbij twee doden en enkele gewonden vielen te betreuren;
een andere kanonneerboot werd aangevallen en lek gebombardeerd, zodat zij naar
Enkhuizen moest terugkeren voor reparatie.
De hulpvliegvelden in de Wieringermeer werden ontruimd en vernield, de be
wakingscompagnie vertrok naar Den Helder en de luchtdoelartillerie en -mitrail
leurs werden naar de Afsluitdijk verplaatst.
De depottroepen werden onder bevel van C.-Vg.Holland gesteld, die opdracht
gaf voor het versperren en afsluiten van de uit het noorden en noordoosten komende
wegen.
Van IV Dep. Inf. sloot 11 Dep.Bat. (Enkhuizen) de wegen bij Westerblokker
en zuid daarvan tot de kust af; 9 Dep.Bat. (Hoorn) deed dit op de wegen bij
Zwaag, Nibbexwoud en Wognum; 8 Dep.Bat. (Zaandam) zond een detachement
uit, dat de wegen te Spanbroek, Veenhuizen en Heer Hugowaard afsloot. Een
compagnie uit Makkum van 11-33 R.I., die over het IJsselmeer te Enkhuizen
was aangekomen, werd bij de wegafsluiting ingeschakeld. VIII Dep.Inf. te Alkmaar
sloot de wegen op 1 tot 2V2 km ten noorden van Alkmaar af.
III Dep.Inf. zorgde ten noorden van Bergen voor de afsluiting van de wegen
langs het Noord-Hollandsch kanaal en westelijk daarvan bij Aagtdorp. Hiertoe
werd uit het meest geoefende personeel van de drie depotbataljons één bataljon
gevormd onder bevel van C.-9 Dep.Bat. te Bergen.
66
(zie schetskaart nr 10)