burgerbevolking en vee naar Noord-Holland. Het is wel van belang, daaromtrent
iets meer mede te delen l).
Noord-Holland bevatte de vluchtoorden voor de af te voeren burgerbevolking
en vee uit het noordelijk deel van de Grebbelinie, uit het gebied van het Oostfront-
Vesting Holland en van het tussengelegen gebied. Die vluchtoorden lagen alle
tussen het Noordfront en de Stelling van Den Helder. De vervoeren begonnen op
10 Mei en in de nacht van 10 op 11 Mei kwam de eerste trein aan. Als uitlaad-
stations waren nagenoeg alle bruikbare stations en halteplaatsen ingeschakeld,
waarvandaan het vervoer naar de vluchtoorden door de zorg van de burgemeesters
plaats had, die hier en daar werden bijgestaan door militair personeel, o.m. door
officieren van de Staf van de Groep Alkmaar.
Op 10 Mei en volgende dagen moesten in eerste instantie ruim 40 000 personen
met 45 treinen uit Amersfoort en omgeving worden vervoerd en bovendien 5200
personen met 17 schepen uit Spakenburg en Eemdijk.
Deze vervoeren werden op 12 Mei onmiddellijk gevolgd door 24 treinen met
23 400 personen uit het gebied tussen Grebbelinie en Oostfront-Vg. Holland en op
13 en 14 Mei door 15 treinen met 12 850 personen uit het inundatiegebied van het
Oostfront. Om een indruk van de omvang der evacuatie te geven moge dienen, dat
alleen te Alkmaar 20 500 personen zijn ondergebracht en dat uit een aantal IJssel-
meerhavens ongeveer 27 300 stuks vee per schip werden vervoerd naar Monniken
dam en Schellingwoude.
De gehele evacuatie naar Noord-Holland is uitstekend verlopen en de bevolking
van Noord-Holland heeft zich hierbij van haar beste zijde doen kennen.
Slechts in de Wieringermeer werden de voorbereidingen doorkruist door de
aankomst van de troepen uit de noordelijke provincies.
c. DE GEBEURTENISSEN TE AMSTERDAM
De in vredestijd aanwezige Garnizoenscommandant van Amsterdam, luitenant
kolonel W. A. Boswijk, trad gedurende de mobilisatie en de oorlogsdagen van
10-14 Mei 1940 op als Kantonnementscommandant (Kant. C.) en tevens als
Etappencommandant.
In Amsterdam bevonden zich van de Kon. Landmacht:
a. Het Etappencommando Amsterdam, bestaande uit de Staf, een detachement
politietroepen en de etappentroepen.
Het etappencommando was belast met het doen bewaken van de magazijnen
en inrichtingen en het regelen van de transporten. Het detachement politietroe
pen bestond uit een kapitein en 40 onderofficieren en korporaals.
Tot de etappentroepen behoorde het Ie Bataljon bewakingstroepen, bestaande
uit de Staf en vijf compagnieën. Het was belast met bewaking van entrepots,
69
(Zie schetskaart nr 11)
0 Volledige gegevens zijn te vinden in het boek: „Evacuaties in Nederland 1939-1940", samen
gesteld door J. Koolhaas Revers, uitgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken bij het
Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf.