en een sectie zw.mitr. te Sloterdijk, le Comp. en een sectie zw.mitr. aan de weg
naar Haarlem bij de Groene weg, 2e Comp. en een sectie zw.mitr. bij de samen
komst van de Uitweg en de weg Sloten-Osdorp, terwijl een sectie zw.mitr. werd ge
plaatst bij de samenkomst van Uitweg en Groene weg.
Nog in de morgen van 11 Mei werd op bevel van de Kant.C. de sectie zw.mitr.
die aan de weg naar Haarlem stond, gezonden naar het Hulpvliegveld Buiksloot,
terwijl een sectie tirailleurs van de daar geplaatste compagnie moest terugkeren
naar Nieuwersluis.
In de namiddag werd dit bataljon op bevel van de Kant.C. teruggehaald naar de
Ceintuurbaan en kwam:
le Comp. (min twee secties) en een sectie zw.mitr. ten noordwesten van Sloterdijk;
3e Comp. (min een sectie) en een sectie zw.mitr. aan de weg naar Haarlem;
een sectie van le Comp. 1200 m ten zuidwesten van 3e Comp.;
2e Comp. met een sectie zw.mitr. bij het kruispunt van de Ceintuurbaan met de
weg naar Sloten;
Bataljonsstaf te Sloterdijk.
Uit vorenstaand overzicht van de bataljons van 31 R.I. is gebleken, dat naar het
Hulpvliegveld Buiksloot, waar 5 C.Ptr. (min een sectie) en een sectie van 18 Dep.C.
Bew.Tr. de bewaking uitvoerden, zijn gezonden: op 11 Mei een sectie zw.mitr.
van 111-31 R.I.vervolgens de 3e Comp. en twee secties zw.mitr. van 1-31 R.I.op
13 Mei een sectie zw. mitr. van II-31 R.I.
Bovendien was ook 3-II-31 R.I. met een sectie zw.mitr. naar Amsterdam-noord
gezonden, die daar op 14 Mei aankwam. De reden hiervan blijkt uit het volgende:
C.-5 C.Ptr. had de bewaking van het hulpvliegveld georganiseerd, alsmede
van het daaraan grenzende Tuindorp Oostzaan. Slechts voor een klein deel was
legering mogelijk, zodat het grootste deel van de compagnie moest rusten in de
open lucht. Door telkens terugkerend luchtalarm was de troep vrijwel voortdurend
in alarmtoestand. De Compagnie beschikte niet over een keukenwagen zodat het
eten per vrachtauto uit de cavaleriekazerne moest worden aangevoerd, waardoor
het koud aankwam. Per sectie was slechts één lichte mitrailleur met 6 patroon
trommels aanwezig en de compagnie beschikte niet over pioniermateriaal en zand
zakken. De compagniescommandant verzocht daarom indeling van zw.mitrailleurs,
mortieren en pantserafweergeschut, doch de Kant.C. zond aanvankelijk slechts
een sectie zw.mitr. van 111-31 R.I. In de avond van 11 Mei deed hij 5 C.Ptr.
echter aflossen door de 3e Compagnie en twee secties zw.mitr. van 1-31 R.I., die
te ongeveer 23.00 aankwamen.
5 C.Ptr. met de daarbij ingedeelde sectie zw.mitr. van 111-31 R.I. kreeg een ande
re opdracht, nl. afsluiten van de uit het noorden naar Amsterdam voerende wegen
tussen het Noord-Hollandsch kanaal en de IJsselmeerkust, optreden tegen para
chutisten in die omgeving en beletten, dat Duitsers de stad zouden binnenkomen.
Deze opdracht werd na aankomst ter plaatse te ongeveer 1.00 uitgevoerd waarbij,
behalve afdelingen op de toegangswegen, een reserve werd geplaatst bij de samen-
74