komst dier wegen. De troep werd nu gelegerd en gevoed door middel van inkwar
tiering met voeding.
Gedurende de nacht hadden veelvuldig alarmeringen plaats ten gevolge van
geweer- en mitrailleurvuur, vermoedelijk afkomstig van de troep op het Hulp
vliegveld Buiksloot.
Op 12 Mei werden bij herhaling door burgers, meestal leden van de luchtbe
scherming, verdachte personen aangebracht, die werden overgegeven aan de
politie. Hetzelfde deed zich voor in de nacht van 12 op 13 Mei; de meest fantasti
sche berichten en meldingen waren ook nu weder oorzaak van herhaalde alar
mering van de troep.
Op 13 Mei nam de zenuwachtige stemming onder het publiek toe en deed het
gebrek aan rust bij de troep zich steeds meer gevoelen. Aangezien geen verbod
voor de burgerij was uitgevaardigd om zich bij duisternis op straat te bevinden,
bleef het tot laat in de avond nog druk op straat.
Geruchten omtrent landing van de Duitsers in Noord-Holland waren aanleiding,
de toegangswegen uit noordelijke richting op uitgebreider schaal te doen af
sluiten.
5 C. Ptr. (met de sectie zw.mitr. van 111-31 R.I.) werd daartoe in de vroege
morgen van 14 Mei versterkt met 3-II-31 R.I. en een sectie zw.mitr., alsmede
twee secties tirailleurs en twee secties zw.mitr. van 1-31 R.I.
Nadat op 14 Mei het Hulpvliegveld Buiksloot op last van C.-Lvd. onbruikbaar
was gemaakt, werd ook 3-1-31 R.I. met de daarbij ingedeelde drie secties zw.mitr.
en de sectie tirailleurs van 18 Dep.C.Bew.Tr. onder zijn bevel gesteld. Hij be
schikte dus over:
5 C.Ptr., een sectie van 18 Dep.C.Bew.Tr., 2V2 Comp. tirailleurs van 31 R.I. en
7 secties zw.mitr. van 31 R.I.
Welke wegen daarmede werden afgesloten en waar dit plaats had, vermeldt het
rapport van de kapitein niet. Hij hield een reserve bij zijn cp. ten zuidwesten van
het IJbosch, deed zandzakken aanvoeren, zette alle verkeer stop en liet de wegen
versperren.
Uit Hoorn kwamen berichten, dat de vijand was geland en dat de toegang tot de
Afsluitdijk was geforceerd, zodat de stemming zowel onder de burgerij als onder
de militairen zenuwachtiger werd, hetgeen tot nodeloze alarmeringen en schiet
partijen aanleiding gaf; één ernstig gewonde was daarvan het gevolg.
Na ontvangst van het bevel, de wapens neer te leggen, werden deze in voertuigen
verzameld en de volgende dag, 15 Mei, zijn de verschillende compagnieën naar
hun bataljons teruggekeerd, terwijl de Compagnie politietroepen naar de cavalerie-
kazerne in Amsterdam terugkeerde.
Zoals eerder is medegedeeld waren 6 C.Ptr. en het Detachement Ptr. van het
Etappencommando alle oorlogsdagen voortdurend in actie geweest om de talrijke
meldingen omtrent gedaalde parachutisten, onbetrouwbare burgers e.d. te con
troleren. Op verschillende plaatsen werd door soldaten van de infanterie uit
zenuwachtigheid of op fantastische aanwijzingen van burgers in het wilde weg
75