In de morgen van 10 Mei omstreeks 5.00 ontving C.-3 G.B. van C.-III L.K. bevel, de voorbereide vernielingen langs de zuidgrens uit te voeren1), een uur later gevolgd door het bevel, af te marcheren naar Willemstad. Ma,oor Reijers gaf bevelen aan zijn compagniescommandanten voor de ver plaatsing naar door hem aangegeven punten in de omgeving van Willemstad, waarna de Staf, de le en de 2e Compagnie daarheen vertrokken op vrachtauto's van 4-V Aut.Bat., terwijl de 3e en de 4e Compagnie zich per rijwiel verplaatsten. Te Stampersgat ontstond voor de daar doortrekkende eenheden van het bataljon vertraging, doordat de veiligheidsbezetting een zware versperring op de brug had aangebracht. Majoor Reijers, die met enig personeel naar Dinteloord was gereden, ontving aldaar de mededeling, dat de commandant van de veiligheidsbezetting zich te Stampersgat bevond en dat hij bevelen bij zich had voor C.-3 G.B. Hij begaf zich daarheen en ontving de bevelen van C.-Groep Spui voor de bezetting van het bruggenhoofd. Hij nam de veiligheidsbezetting onder zijn bevel en gaf opdracht, de rivierovergangen bezet te houden totdat 3 G.B. geheel zou zijn gepasseerd en daarna de bruggen op te blazen. Vervolgens begaf hij zich naar Willemstad, waarheen hij ook zijn ondercommandanten ontbood. Tijdens de daarop volgende bevelsuitgifte meldde zich een ordonnans van C.-6 G.B. met verzoek, dit bataljon hulp te verlenen, aangezien het tegenover de bruggenhoofdstelling te Moerdijk op vijand was gestoten. De majoor antwoordde, dat de hulp zou worden verleend zodra de compagnie, die bestemd was voor bezetting van het oostelijke deel van het bruggenhoofd Willemstad, haar opstelling zou hebben ingenomen. Tot het verlenen van deze hulp kwam het niet, want korte tijd later ontving hij van C.-Groep Spui, bij wie hij zich telefonisch had gemeld bericht, dat 3 G.B. ter beschikking kwam van C.-Groep Kil en van die commandant nadere bevelen zou ontvangen. Dit was het gevolg van het door C.-Vg.Holland genomen besluit om behalve de Lichte Divisie ook 3 G.B. in te zetten voor de herovering van Waalhaven en wel door een aanval uit zuidelijke richting over de Oude Maas. In verband daarmede had C.-Groep Kil te 12.15 het volgende bevel van C.-Vg.Holland ontvangen: C.-Groep Kil verstrekte daarop aan C.-3 G.B., nadat deze zich uit Willemsdorp telefonisch bij hem had gemeld, het volgende bevel: 80 „3 G.B. te Willemsdorp aangekomen. Dit bataljon gaat over naar Numansdorp en komt ter be schikking van C.-Groep Kil ter bescherming van de brug te Barendrecht en om een aanval te doen op de zuidrand van Rotterdam, die door de vijand is bezet. Uur van aanval wordt nader bekend gemaakt. Lt.Div. rukt na aankomst te Gorinchem over Hardinxveld-Alblasserwaard eveneens op naar zuid rand Rotterdam. Een bataljon wielrijders wordt ter beschikking van Kantonnementscommandant Dordrecht gesteld." „Overschrijd Hollandsch Diep, doe 3 G.B. over Numansdorp naar Barendrechtse brug marcheren en begeef U zelf, tot het ontvangen van nadere bevelen, naar mijn commandopost te Puttershoek." Zie hieromtrent het boekwerk: „De verdediging van Noord-Brabant en Noord-Limburg Mei 1940".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 100