richting Moerdijk een personenauto. Toen deze door de patrouille werd aange houden, bleek zij bemand te zijn met valschermjagers, die verrassend mitr.vuur openden, terwijl de auto gevolgd werd door een tweede auto met valschermjagers. Alleen korporaal De Jager behield zijn tegenwoordigheid van geest en wist, na dekking te hebben genomen, de auto's met geweervuur tot staan te brengen, hoe wel hij zelf door het vuur der valschermjagers zwaar werd gewond.1) Toen de auto s van achteren werden beschoten door een toevallig ter plaatse verschenen patrouille van de 3e Compagnie, verdwenen zij in de richting Moerdijk na een grote verhuisauto als dekking dwars op de weg te hebben doen zetten. In het dorp Zevenbergsche Hoek (iets ten zuiden van de middenonderkant van schetskaart nr Z. 4) werd de opmars der voorste sectie nogmaals door een der auto's vertraagd, waarbij heen en weer lopende dorpelingen het de sectiecomman dant moeilijk maakten, het vuur te doen openen. Bovendien hadden de valscherm jagers hier een versperring van in beslag genomen auto's gemaakt. Een naar voren gereden pantserafweervuurmond had door het ontbreken van brisantgranaten weinig uitwerking, doch na enige tijd trokken de Duitsers terug. Na het bereiken van de vork van spoorwegen aan de noordelijke dorpsuitgang kwam de voor waartse beweging tot staan tegenover de, op een km noordelijker gelegen, door de Duitsers bezette Nederlandse kazematten, waarna de sectie stelling nam achter deze spoorbaan. De compagniescommandant, kapitein Mol, ontwikkelde de compagnie tot het gevecht met twee sectiën ten oosten en een sectie ten westen van de voorste sectie, terwijl de bij de compagnie aanwezige sectie van de 3e Compagnie het op 3 km verder westelijk gelegen Lochtenburg moest bezetten. De sectie zw.mitr. kwam ter weerszijden van de straatweg in stelling, terwijl het stuk pag. meer achterwaarts werd geplaatst. De compagniescommandant vestigde zijn commandopost in het postkantoor te Zevenbergsche Hoek. De toestand, respectievelijk te 12.00 en 24.00, is aangegeven op schetskaarten nrs Z. 4 en Z. 6. Ten oosten van dit dorp maakte een Duits transporttoestel, vermoedelijk ge- roffen door vuur van de ten noorden van het Hollandsch Diep opgestelde 6e Bt.Lu.A., een noodlanding. De negen inzittenden werden door een patrouille gevangen genomen en naar Oosterhout afgevoerd, terwijl de papieren naar C-III L.K. werden gezonden en de draagbare wapens in gebruik werden genomen. Er ontwikkelde zich thans een levendig vuurgevecht, waarbij de Duitsers, genesteld in de Nederlandse kazematten, in het voordeel waren. De sectie van de 3e Com pagnie slaagde er in, bij Lochtenburg in de kazematten door te dringen en zich laar vast te zetten. Inmiddels was de le Compagnie te Terheijden aangekomen, waar zij opdracht ontving, over Blauwe Sluis naar de bruggen te rijden. Nauwelijks was de compagnie dit gehucht echter gepasseerd of zij ontving uit de ten noord westen daarvan gelegen Nederlandse versterking vuur. De compagnie ontwikkelde 91 De korporaal onderscheidde zich op 13 Mei nogmaals door, als verpleegde in het St. Ignatius- ziekenhuis te Breda, liggende op een draagbaar, leiding te geven bij de demontering van Franse landmijnen, die voor het ziekenhuis lagen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 111