vuur ter ondersteuning van de aanvalsinfanterie niet voorwaarts doch achterwaarts moest worden verlegd. Omstreeks een uur later werd opnieuw vuursteun gevraagd, thans tegen weerstandsnesten ten oosten van de spoorweg, welk vuur te 19.50 aan 11-23 R.A. werd opgedragen. Dit vuur viel ten dele te ver naar het oosten, ten gevolge waarvan C.-le Compagnie met zijn onderdeel uit Blauwe Sluis naar Lage Zwaluwe uitweek. Ook hier vielen echter granaten, die de daken van twee percelen beschadigden, vier personen doodden en zes verwondden. Op voorstel van C.-2e Compagnie kwam een plan tot stand om op 11 Mei, na voorbereidend artillerievuur, te 1.00 een aanval te doen uitvoeren door de le en 3e Compagnie, terwijl de 2e Compagnie de vijand in front zou binden. Van Ter hei j den uit werd verbinding met de Artilleriecommandant van Groep Kil opgeno men en als gevolg daarvan werden afgegeven: te 23.18 een vuur van 11-23 R.A. vóór de 2e Compagnie, van 0.241.15 storende vuren van 25 Afd.A. bij station Lage Zwaluwe en 11 Mei 0.30 vuurstoten van 11-23 R.A. vóór de le Compagnie. Na van de voorgenomen aanval te hebben kennis gekregen keerde de le Compagnie omstreeks 23.00 naar Blauwe Sluis terug. De vijand deed, door herhaaldelijk af geven van heftige vuurstoten, blijken beducht te zijn voor een nachtelijke aanval. Op het bevolen uur werd de voorwaartse beweging ingezet, doch tot een door gezette aanval kwam het niet; slechts op de uiterste rechtervleugel behaalde de 3e Compagnie enige terreinwinst. Toen na het aanbreken van de dag valscherm troepen, die zich in het riet langs het Hollandsch Diep hadden verscholen, de opgerukte groepen flankerend onder vuur namen, weken deze weder op Lage Zwaluwe terug. Van de le Compagnie rukte de rechtersectie voorwaarts, doch deze geraakte onder vuur van de andere sectiën en week eveneens op Lage Zwaluwe uit, waar zij zich bij de 3e Compagnie aansloot. De overige sectiën van de le Com pagnie ontdekten na het licht worden, dat de tegenover hen liggende kazematten verlaten waren, waarop zij deze bezetten en voorzagen van schietgaten in de rug- weer om vuur te kunnen brengen op de valschermjagers, die uit meer achterwaarts gelegen kazematten het verder oprukken verhinderden. Bij het aanbreken van de dag verschenen weder tal van Duitse vliegtuigen, die ook in het bruggenhoofd valschermtroepen, levensmiddelen en munitie afwierpen. Het gelukte aan de res.le luitenant A. J. Daniëls van de bataljonsstaf om met de uit een vliegtuig buitgemaakte Duitse mitrailleur ongeveer twee km ten zuiden van Zevenbergsche Hoek drie Duitse toestellen af te schieten, waarbij alle inzitten den om het leven kwamen. De wapens werden in gebruik genomen, de kaarten en documenten werden ingeleverd bij de Staf der Peeldivisie te Tilburg en de toestellen in brand gestoken. (Zie voor de toestand in de vroege morgen van 11 Mei schetskaart nr Z. 7 en voor die te 12.00 nr Z. 9). C.-6 G.B., door de Districtscommandant van de Koninklijke Marechaussee te Breda ingelicht omtrent de aankomst van Franse troepen, besloot op 11 Mei te 8.00 een poging te doen om hulp van die troepen te verkrijgen. Alvorens op het resultaat daarvan in te gaan, dient omtrent de opmars van Franse troepen een en ander te worden medegedeeld. Voor uitvoerige beschrijving wordt verwezen naar 94

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 114