van Dordrecht volkomen onderschatte. Hij ontbood C.-2 R.W. en C.-II-K.R.A. te 13.15 op de commandopost te Oud-Alblas tot het ontvangen van bevelen; met II-l R.W. kwam eerst later verbinding tot stand. Een en ander werd later door een schriftelijk bevel (zie bijlage V) bevestigd.1) De bevelsuitgifte werd te 14.00 en 14.15 gestoord door een vierde en vijfde luchtbombardement, weder uitgevoerd door negen duikbommenwerpers, thans gericht tegen het dorpsgedeelte ten zuiden van de Alblas en nabij de brug over de Noord.2) De afgeworpen bommen maakten de indruk van zwaarder kaliber te zijn dan die van het vorige bombardement. Hoewel de verliezen aan gesneuvelden en gewonden later gering bleken te zijn, was de morele uitwerking ontzettend. Aan alle zijden laaiden nieuwe hevige branden op; de nog aanwezige bevolking vluchtte in paniek. II-2 R.W. werd uiteengeslagen; de troepen dekten zich in de tuinen rond de huizen en zochten ten dele, zowel langs de kunstwegen als dwars door de weilanden, een heenkomen naar het oosten. C.-II-2 R.W., majoor De Bie, deed daarop ook de resten van dit bataljon uit het brandende dorp naar het oosten eruggaan, teneinde de troep weer in de hand te krijgen. Ook C.-2 R.W., luitenant kolonel Mijsberg, van de bevelsuitgifte te Oud-Alblas terugkerende, greep met de hem toegevoegde officieren en ordonnansen in, teneinde de terugvloeiende troepen tot staan te brengen. Vrezende, dat de vijand de uitwerking van het luchtbombardement zou be nutten om de Noord te overschrijden, gelastte hij aan res. kapitein A. J. C. Bom, C.-M.C. van 1-2 R.W. (welk bataljon juist in de richting van Papendrecht was af gemarcheerd) terug te keren en het viaduct in de nieuwe verkeersweg ter hoogte van de kruising met de kunstweg Oud-Alblas-Papendrecht te bezetten en vast te houden. Deze gaf hieraan gevolg met twee sectiën zw.mitr., een sectie pag. van 1-2 R.W. en enige zich daaromheen verzamelende wielrijders. Het gelukte ver volgens, het grootste deel van II-2 R.W. in de boomgaarden ten westen van laatst genoemde kunstweg te verzamelen (zie schetskaart nr Z. 10). Van de 3e Compagnie, die reeds verliezen had geleden bij de overgangspogingen over de Noord, waren nog slechts twee vaandrigs met ongeveer een sectie over. De luitenant Falkenburg was op de westelijke oever van de Noord gewond in 's vijands handen gevallen, een andere luitenant werd tijdens het luchtbombarde ment gewond. De compagniescommandant had met het gros der compagnie de wijk genomen naar Sliedrecht en meldde zich eerst weer op 15 Mei. Bij de 2e Compagnie was een sectie verdwenen. Omstreeks 16.00 was het restant van II-2 R.W. weder enigszins geordend en in stelling gebracht op omstreeks 1500 m ten oosten van de Noord. Gelet op de zeer geschokte toestand van de troep en de te Alblasserdam woedende brand besloot C.-2 R.W. het bataljon in deze lijn te doen blijven tot de verdediging van de Noord ten zuiden van de Alblas door delen van de Vasthoudende Groep zou zijn over- 101 Het schriftelijk bevel heeft C.-2 R.W. niet bereikt. In totaal werden door de vijf bombardementen in Alblasserdam honderd vier en zeventig percelen vernield.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 121