.-2 R.W. begaf zich korte tijd later met zijn commandogroep naar de Dor- drechtse zijde van de Merwede en slaagde er na enige moeite in, de commandopost van C.-Hoofdgroep in het Sportpark ten zuidoosten van Dordrecht te vinden, waar hij met de reeds door de B.Cn. (behalve C.-II-2 R.W.) en C.-II-K.R.A. ontvangen nadere aanvalsbevelen in kennis werd gesteld. Aangezien C.-2 R.W. daarbij geen bijzondere taak kreeg en C.-Hoofdgroep zijn bevelen rechtstreeks had gegeven aan de B.Cn., bleef overste Mijsberg met zijn commandogroep voorshands aan de zuidzijde van het Papendrechtse veer. Op zijn bevelen werden, na het overzetten van de Korpstrein, de keukentreinen - behalve die van II-2 R.W., die naar Schoonhoven was gereden - naar de onderdelen gediri geerd, zodat gelegenheid bestond de troep, die in twee etmalen geen warm eten had gehad en slechts eenmaal (in de morgen van 10 Mei) brood, te verplegen. (H-2 R.W. werd in de morgenuren van 12 Mei, alvorens het veer te overschrijden, verpleegd met brood van de inwoners te Oud-Alblas en omgeving). b. DE EERSTE PHASE VAN DE AANVAL OP HET EILAND VAN DORDRECHT EN HET TOT STAAN KOMEN DAARVAN C.-Hoofdgroep, luitenant-kolonel Van Diepenbrugge, had, nadat hij contact had verkregen met Cn.-I en III-2 R.W., C.-II-l R.W. en C.-II-K.R.A., zomede met de Cn. van 111-14 R.A. en 3-1-28 R.I., welke tot de Groep Kil behorende onderdelen de spoorweg ten oosten van Dordrecht bezet hielden, deze comman danten in de vroege morgen van 12 Mei op de commandopost van C.-I-2 R.W. in het Park Merwestein verzameld. De verkregen inlichtingen omtrent het beschieten van Nederlandse troepen uit huizen, de vele onjuist blijkende meldingen omtrent dalingen van valschermtroe pen, nadering van vliegtuigen, enz., veelvuldige bevelen die de Kantonnements- commandant op 11 Mei en in de nacht van 11/12 Mei aan C.-III-2 R.W. had gegeven betreffende het doorzoeken van bepaalde straten of huizen, voor het i ernemen van door vijand bezet gemelde bruggen in de binnenstad, enz., waarbij steeds was gebleken, dat de uitgezonden troepen voor niets waren uitgerukt, hadden bij de commandanten der wielrijders de indruk gewekt, dat te Dordrecht verraad in het spel was. Hierdoor ontstond een gevoel van onzekerheid, dat de gevechts handelingen in stijgende mate ongunstig beïnvloedde. C.-Hoofdgroep gaf dientengevolge geen gehoor aan het herhaalde telefonische verzoek van de Kan- tonnementscommandant om zich op diens bureau te vervoegen, noch aan zijn verzoek om te worden ingelicht over de ontvangen en gegeven bevelen. Het behoeft geen betoog, dat dit optreden onjuist was; als gevolg van het feit, dat C.-Vg.Holland de Kantonnementscommandant te Dordrecht niet onder de t velen van C.-Lt.Div. had gesteld, handelden de twee commandanten geheel los van elkander. Terwijl zich talloze Duitse vliegtuigen boven de stad en het Eiland van Dor drecht bewogen, hetgeen in verband met de reeds ondergane bombardementen 105

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 125