en het gemis aan afweermiddelen niet naliet een drukkend gevoel teweeg te brengen, verstrekte C.-Hoofdgroep aan de verzamelde ondercommandanten rechtstreeks nadere bevelen, waarbij C.-2 R.W. niet aanwezig was. In plaats van II-2 R.W., dat eveneens nog niet aanwezig was, werd II-1 R.W., aanvankelijk bestemd als reserve, rechter vóórbataljon, terwijl de bij Dordrecht aanwezige troepen van de Groep Kil bij de bataljons wielrijders werden ingedeeld. Vóór bataljons werden aldus van west naar oost (zie schetskaart nr Z. 12) - II-l R.W.; - III-2 R.W., versterkt met het personeel van 111-14 R.A., twee sectiën van 2-1-28 R.I. en een sectie van M.C.-I-28 R.I.; - 1-2 R.W., versterkt met 3-1-28 R.I., een sectie van M.C.-I-28 R.I. en een sectie van 28 C.Mr. Scheidingslijnen van III—2 R.W.west de spoorlijn van Dordrecht naar Wil lemsdorp; oost zie de schetskaart. De wijze waarop het rechter vóórbataljon, II-l R.W., doellijn b (de lijn Wiel- drecht-Kop van 't Land) moest bereiken werd scherper omschreven. Het was C.-Hoofdgroep bekend geworden, dat zich sterke vijand ten oosten van de bruggen Dordrecht/Zwijndrecht bevond en voorts was hem door C.-Lt.Div. medegedeeld, dat C.-Groep Kil, teneinde aan de Lt.Div. de hand te kunnen reiken, bij 's-Gra- vendeel de Kil door een onderdeel zou doen overschrijden en Wieldrecht bezetten In verband hiermede kreeg C.-II-l R.W. tot opdracht, op uur U in zuidelijke richting aan te vallen in het vak tussen de Oude Maas (Malle Gat) en de spoorlijn Dordrecht-Willemsdorp en contact te zoeken met troepen van Groep Kil te Wieldrecht. Deze aanval zou worden voorbereid door een inleidende beschieting van II-K.R.A. van U min 30 tot U op de oostzijde van de brug bij Zwijndrecht. Voor II-l R.W. was dit (zoals ook uit schetskaart nr Z. 3 blijkt) een verre van eenvoudige opdracht, daar de rechtervleugel daarbij langs het door de vijand bezette bruggenhoofd moest scheren. Weliswaar kwam het inleidende artillerie vuur hier enigszins aan tegemoet, doch het was niet te verwachten, dat dit 's vijands weerstand geheel zou breken. Eenvoudiger ware geweest hetzij rechtstreeks op het vijandelijke bruggenhoofd aan te vallen, teneinde dit op te ruimen alvorens de opmars naar het zuiden in te zetten, hetzij dit bruggenhoofd op zodanige afstand te omvatten dat de wapenwerking hiervan niet behoefde te worden gevreesd. C.-Groep Kil had tot het doen bezetten van Wieldrecht besloten, nadat hij op 12 Mei te 8.30 over het rijksnet verbinding had gekregen met de telefooncentrale van de Lt.Div. in het postkantoor te Bleskensgraaf en vernomen had, dat een gevechtsgroep van de Lt.Div. het Eiland van Dordrecht was binnengerukt. Bleskensgraaf was echter bij het aanbreken van de morgen gedurende drie kwar tier uit de lucht gebombardeerd, waarna C.-Lt.Div. zijn commandopost had ver plaatst naar enkele directieketen langs de kunstweg van Bleskensgraaf naar Wijn gaarden omstreeks 1200 m ten zuiden van eerstgenoemd dorp. Het postkantoor te Bleskensgraaf was in brand geraakt, doch de centrale onder een sergeant was 106

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 126