nomen, dat de Opperbevelhebber zowel rechtstreeks aan de Franse Opperbevel
hebber als via de Commandant in Zeeland aan de Commandant der Franse op
rukkende troepen had doen verzoeken, de bij de Moerdijkbruggen aanwezige
Duitse parachutisten te vernietigen. Uit hetgeen hiervóór bij 6 G.B. is mede
gedeeld, is gebleken, dat de zwakke Franse poging was mislukt, doch dit was aan
C.-Vg.Holland niet bekend.
De door vaandrig Marijs waargenomen pantserwagens behoorden tot de Ver
kenningsafdeling van de 9e Duitse Pantserdivisie, die was ingedeeld bij het XXVIe
Duitse Legerkorps en o.m. opdracht had, over Tilburg en Loon op Zand op
rukkend, snel verbinding tot stand te brengen met de parachutisten bij Moerdijk
en Dordrecht en op te rukken naar Rotterdam. Omtrent de opmars van deze
Duitse pantserdivisie waren geen berichten bij C.-Vg.Holland binnengekomen,
terwijl hem wel bekend was, dat Franse troepen zich in Noord-Brabant bevonden.
Hieruit is te verklaren, dat C.-Vg.Holland meende, dat er slechts sprake kon zijn
van Franse pantserwagens; wellicht is hem niet duidelijk medegedeeld, dat de
vaandrig (in Duitse gevangenschap) de pantserwagens zelf had gezien. De Duitse
Verkenningsafdeling reed te 16.45 over de verkeersbrug bij Willemsdorp.
C.-Lt.Div. ontving te 18.50 van C.-Groep Kil het volgende bericht:
Hieraan was het volgende voorafgegaan.
Te 18.45 had de kapitein G. v. d. Mark, adjudant van de Kantonnements
commandant telefonisch verband opgenomen met C.-Groep Kil en deze mede
gedeeld, dat te Dordrecht een chaotische toestand heerste, waarbij van alle zijden
werd geschoten, terwijl de Kantonnementscommandant geen enkele leiding gaf
en hij zelf te uitgeput was om hierin te kunnen voorzien. Hij had een dringend
beroep op kolonel Van Andel gedaan om, als hogere in rang, in te grijpen en
geëindigd met de woorden: Indien de Kantonnementscommandant niet wordt af
gezet is Dordrecht verlorenAangezien C.-Groep Kil ook uit berichten van C.-II-2
R.W. en van luitenant Ruige van 14 C.Pn. een somber beeld had gekregen van de
verwarring en het gebrek aan leiding in Dordrecht, had hij gemeend zich aan dit
eroep niet te mogen onttrekken en had hij bovenstaande beslissing genomen.
C.-Lt.Div. besloot daarop, zich met zijn gevechtsstaf naar Dordrecht te begeven
teneinde in het Kantonnementscommando te voorzien (waarvoor C.-2 R.W. be
schikbaar was), een indruk te verkrijgen omtrent de toestand te Dordrecht en
vervolgens in telefonisch overleg met C.-Groep Kil voorbereidingen te treffen
voor de aanval in de richting van Wieldrecht. In verband met het doordringen
van Duitse troepen tussen Dordrecht en Dubbeldam moest de verplaatsing van
119
„C.-Groep Kil ontheft de luitenant-kolonel Mussert van het commando over het kantonnement
Dordrecht en verzoekt C.-Lt.Div. deze ontheffing ter kennis te brengen van overste Mussert en
onverwijld nieuwe Kantonnementscommandant aan te wijzen, die, onder bevel van C.-Lt.Div.,
het verzet in Dordrecht breekt en de rust herstelt."
l) Volgens het boek: „Die Geschichte der 22 Infanterie Division" van Friedrich August von
Metsch, kwam het eerste contact met de Valschermjagers tot stand te 15.30 Duitse tijd (13.50
Ned. tijd).