weerstand bij Krispijn en omgeving te omgaan en over Dubbeldam en Zuidendijk door te stoten op Wieldrecht. Toen de ritmeester toezegde, zulks te zullen doen, had C.-Groep Kil daarvan mededeling gedaan aan C.-II-2 R.W. De hoofdmacht was daarop met een nieuwe voorhoede van een groep over Dubbeldam gereden doch slaagde er door vijandelijk vuur niet in, Wieldrecht te bereiken. De rit meester was toen naar Dubbeldam teruggekeerd en had zich bij C.-Lt.Div., die aldaar inmiddels zijn cp. had gevestigd, gemeld. Deze wees het detachement daarop aan als dekking van de gevechtsstaf bij de voorgenomen verplaatsing naar Dordrecht. Aangezien de nieuw uitgezonden voorhoede verkeerd was gereden en afge dwaald, bestond het detachement toen nog slechts uit het le Eskadron (min 2e en 3e Peloton), een groep van het 2e Eskadron, een sectie zw.mitr. en een sectie pag. Ook de tocht als dekking van de Staf-Lt.Div. in de nacht van 12/13 Mei zou niet over rozen gaan. Het rijden over de spoorbaan bleek zeer bezwaarlijk en in het bijzonder het afdalen van de steil hellende spoordijk bij halte Baanhoek gaf veel vertraging. Het detachement bleef hierdoor achter, raakte het verband met C.-Lt.Div. kwijt, begaf zich tenslotte naar Schoonhoven en sloot eerst in de loop an 13 Mei te Molenaarsgraaf weer aan. C.-Lt.Div. trof bij halte Baanhoek een deel van het Det.politietroepen der Lt.Div. aan en reed onder dekking daarvan naar Papendrecht, waar de rest van het t.K., de Stafwacht, de Vbd.A., het M.E., de C.Pont., de trein van de C.Pn. en C.-2 R.H.M. met de korpstrein van dit onderdeel werden aangetroffen. De pont bleek aan de Dordse zijde te liggen en niet te varen. C.-Lt.Div. nam daarom met zijn gevechtsstaf zijn intrek in het Gemeentehuis te Papendrecht, zocht van hieruit telefonisch verband met de Kantonnementscommandant te Dordrecht en te 23.45 met C.-Groep Kil te Puttershoek. Hij vernam hierbij, dat C.-Vg.Holland de door C.-Groep Kil genomen beslissing om de Kantonnementscommandant van Dordrecht van zijn commando te ontheffen, waarmede hij door C.-Groep Kil telefonisch in kennis was gesteld, niet had gesanctionneerd, doch had vervangen door het volgende bevel: Van de Kantonnementsadjudant te Dordrecht ontving C.-Lt.Div. het sombere bericht, dat zijn te Dordrecht ingezette bataljons, II-l R.W. en II-2 R.W., vrijwel vernietigd zouden zijn, doch C.-Groep Kil kon hem de verzekering van het tegen deel geven en hem op de hoogte stellen van de globale opstelling der bataljons, zoals deze hem uit de telefoonberichten van C.-II-2 R.W., van de S.C. van 14 C.Pn. e.a. bekend was. Deze bataljons hadden de stelling langs de spoorweg ontruimd; de troepen waren dodelijk vermoeid, bij de straatgevechten zeer door- eengeraakt en tussen de huizen verstrooid. De oostelijke vleugel dreigde bovendien te worden omvat, doordat C.-1-1-2 R.W., kapitein Hiemstra, met zijn compagnie 121 „Van 12 Mei 18.30 af staan de troepen west van de Kil onder rechtstreeks bevel van C.-Groep Kil, die oost van de Kil onder C.-Lt.Div. Ik draag beide commandanten op, de vijand in samen werking te verdrijven en oproerige bewegingen in Dordrecht op de strengste en meest afdoende wijze de kop in te drukken. De Kantonnementscommandant treedt onder bevel C.-Lt.Div. en handhaaft de orde in het kantonnement."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 141