opdracht, met zijn personeel de voertuigen te verlaten en de huizen te doorzoeken, waaruit was geschoten; de colonne bleef zodoende in Dordrecht. Op het Kantonnementsbureau gekomen, vernam C.-Lt.Div. van de Kantonne- mentscommandant, dat deze het afkeurde, dat de wielrijders gedurende de nacht de spoorweg ten zuiden van Dordrecht en het station hadden losgelaten en op de binnenstad waren teruggetrokken, daar naar zijn mening in eerstgenoemde lijn de toegangen tot de stad Dordrecht geheel konden worden beheerst. In verband hiermede stelde C.-Lt.Div. 4.30 telefonisch C.-2 R.W. in kennis met de veran derde bevelsverhoudingen en de voorgenomen aanval in de richting van Tweede Tol en gaf hem opdracht, onverwijld en met kracht met II-l R.W. en M.E.-Lt Div. weder op te rukken naar de spoorweg en het station, teneinde deze lijn te hernemen en vervolgens de vijand ten zuiden van de spoorlijn in te sluiten. Van de vorderingen wenste C.-Lt.Div. elk half uur bericht te ontvangen. Zoals uit het voorgaande blijkt, was de Lt.Div. in de vroege morgen van 13 Mei alsvolgt opgesteld (zie schetskaart nr Z. 14). - St.K. met detachement politietroepen te Dordrecht, Stafwacht bij Dubbel- steijn; Vbd.A. gedeeltelijk te Bovenhoek, gedeeltelijk te Dordrecht; - drie gevechtsgroepen n.l. - een vasthoudende groep aan de Noord n.l. 1 R.W. (min II), gesteund door I-K.R.A. en 1-11 R.A.; - een oostelijke aanvalsgroep a cheval van de dijk Kop van 't Land-Tweede Tol, bestaande uit Afz.Staf, 1-2 R.W. (min 1 en een sectie der M.C.), III-2 R.W., delen van 1-28 R.I., personeel van 111-14 R.A. en II-K.R.A.; - een westelijke aanvalsgroep ter herovering van het zuidelijk deel van Dordrecht n.l. 2 R.W. (min I en III), II-l R.W., 1-1-2 R.W. met een sectie der M.C.-I-2 R.W. en M.E.-Lt.Div. Voorts was 2 R.H.M. verdeeld over Papendrecht (Reg. Staf en Trein), Gouda en Schoonhoven. Van de Divisietrein bevonden zich de Staf met de I.M.T., de A.M.T. en de Vbd.A. (behoudens het detachement, dat sedert 11 Mei bij de toen gevormde Hoofdgroep was ingedeeld) nog in de Alblasserwaard. Hetzelfde was het geval met 5 C.A.A.T. en 5 Aut.Comp., terwijl de Herstellingsploeg te Utrecht verbleef. Van de C.Pn. hadden, zoals eerder werd vermeld, de pioniers op 12 Mei zich per rijwiel naar Kop van 't Land begeven. De compagniestrein overschreed in de nacht van 12/13 Mei het pontveer van Papendrecht en reed eveneens naar Kop van 't Land. Onderweg werd mitrailleurvuur ontvangen, dat twee gewonden (w.o. één dodelijk) en een defect geschoten motorrijwiel veroorzaakte; een der auto's vertoonde vijf en twintig kogelgaten. De colonne bereikte overigens in haar geheel het marsdoel, waar de commandant, res. kapitein S. L. Wijnbergen, de voertuigen met grote onderlinge afstanden onder de bomen opstelde. De C.Pont. was na de Vbd.A. en de C.Pn. met het pontveer overgestoken en moest daardoor de mars naar Kop van 't Land bij daglicht uitvoeren. De commandant, le luitenant L. C. 128

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 148