Dijkstra, oordeelde dit wegens het vijandelijke vuur onraadzaam en stelde zich te
Dordrecht ter beschikking van C.-2 R.W.
b. DE OOSTELIJKE AANVALSGROEP ONDER C.-AFZ.STAF
Luitenant-kolonel Van Diepenbrugge, aangewezen als Commandant van de
oostelijke aanvalsgroep, gaf bevel, dat III-2 R.W. het rechter en 1-2 R.W. het
inker gedeelte van de uitgangsstelling zouden bezetten. Scheidingslijn: de Zee
dijk (dijk Kop van 't Land-Tweede Tol).
In de samenstelling van de bataljons werd geen wijziging gebracht; III-2 R.W.
bleef versterkt met de 2e Compagnie (zie echter hierna) en een sectie der M.C.
van 1-2 R.W., het personeel van 111-14 R.A., i.2-1-28 R.I. en een sectie-M.C.-I-28
R.I.; van 1-2 R.W. waren de le Compagnie en een sectie zw.mitr. ingedeeld bij de
westelijke aanvalsgroep, de 2e Compagnie en een sectie zw.mitr. bij III-2 R.W.
daarentegen bleef 3-1-28 R.I. met een sectie-M.C.-I-28 R.I. en een sectie-28 C.Mr.
bij dit bataljon ingedeeld. Van 2-1-2 R.W. hadden echter drie sectiën in de avond
van 12 Mei het verband met de C.C. verloren en zich bij het eigen bataljon aan
gesloten, zodat bij III-2 R.W. van deze compagnie slechts de commandogroep
met één sectie alsmede een sectie zw.mitr. van 1-2 R.W. aanwezig waren.
De Commandant van de aanvalsgroep verlegde zijn commandopost naar de
boerderij Zuid Buiten (gelegen bij de driesprong Zeedijk-Elzelingenweg) op
omstreeks 1500 m achter de uitgangsstelling. Aangezien de bevelsuitgifte van
C.-Lt.Div. eerst te omstreeks 3.00 was geëindigd, was het uitgesloten, dat te 4.00
de gereedstelling kon zijn ingenomen en II-K.R.A. het vuur kon openen.
Te 4.30 was de toestand als volgt:
- bij III-2 R.W. hadden de 3e en de 2e Compagnie (vóórcompagnieën), elk
versterkt met een sectie zw.mitr., de uitgangsstelling achter de Schenkdijk
juist bereikt;
- onmiddellijk ten zuiden van deze compagnieën en van de Zeedijk, derhalve in
het vak van 1-2 R.W., bezette het bij het Ille Bataljon ingedeelde 2-1-2 R.W.
(min de drie sectiën, die naar het eigen bataljon waren teruggekeerd) de uit
gangsstelling. Deze compagnie (feitelijk dus een commandogroep en een sectie)
kwam terecht op de plaats, bestemd voor 3-1-28 R.I. De drie sectiën, die uit
zichzelf bij dat bataljon waren teruggekeerd, hielden zich op bij de B.C., majoor
Jhr. Van den Bosch, die zich met zijn commandogroep en de Vbd.A. tussen
de vóórcompagnieën bevond;
- de sectie mortieren marcheerde over de Zeedijk naar de bevolen stelling bij het
kruispunt van deze dijk met de Schenkdijk;
- de Compagnie pag. (min een stuk) verzamelde bij de Begraafplaats aan het
noordelijk einde van de Schenkdijk, teneinde tijdens de aanval de vóór-
129
(Zie schetskaart nr Z. 14)