Bij II-K.R.A. was de gang van zaken als volgt geweest. Na de bevelsuitgifte door C.-Lt.Div. had C.-II-K.R.A., majoor Van Boetzelaar, de beide Bt.Cn. schriftelijk opdracht gegeven, op te rijden tot het kruispunt Zeedijk/Stevensweg en aldaar gedekt nadere bevelen af te wachten. De Afd.C. begaf zich omstreeks 4.00 met zijn commandogroep naar dit punt, teneinde stellingen te verkennen, vanwaar de aanval der beide bataljons zou kunnen worden gesteund. 3-II-K.R.A. had zich echter, zoals vermeld, op initiatief van de Bt.C. uit Dordrecht verplaatst naar de omgeving van Bovenhoek en zich aldaar ter be schikking gesteld van C.-I-2 R.W., waaromtrent de Afd.C. nog onkundig was; de uitgezonden ordonnans bereikte daardoor deze batterij niet. De Bt.C., res. kapitein Mr. C. T. E. Graaf van Lijnden van Sandenburg, had in de vroege morgen van C.-I-2 R.W. opdracht ontvangen, diens aanval te steunen en verkende daartoe een stelling, terwijl de batterij over de Stevensweg en de Zeedijk opreed. Bij het naderen van de driesprong Zeedijk/Elzelingenweg ontmoette zij de Afd.C. die, met het oog op de opstopping, opdracht gaf, rechtsomkeert te maken en een eind terug te rijden. Hoewel dit op de dijk niet eenvoudig was, gelukte het aan de achterste sectie; deze reed naar Stadswijk bij Bovenhoek, waar zij zich verspreid en zo gedekt mogelijk opstelde. 4-II-K.R.A., in stelling bij Overkamp, had het bevel van de Afd.C. wel ont vingen en was, nadat de Bt.C., res. Ie luitenant Van der Wijck, had gewaarschuwd dat de nieuwe stelling niet meer bij duisternis kon zijn ingenomen, langs de Stevens weg naar het opgegeven kruispunt gereden, dat omstreeks 4.30 werd bereikt. Zoals uit het voorgaande blijkt was verzuimd, verkenningsorganen uit te zenden en de uitgangsstelling te dekken tegen aanvallen met gepantserde strijdkrachten door pantserafweergeschut vooruit te schuiven; bij 1-2 R.W. bevond dit geschut zich zelfs achter de uitgangsstelling. Tegen 's vijands luchtwaarneming bood de Zeedijk enige dekking door twee rijen bomen; de Schenkdijk was echter geheel open, evenals het verdere polderterrein. Luchtdoelbestrijdingsmiddelen bezat de Lt.Div. niet, zodat het nemen van afweermaatregelen in dit opzicht niet mogelijk was. Omstreeks 4.00 werd het kruispunt Zeedijk/Elzelingenweg door de vijand onder artillerievuur genomen. De projectielen - vermoedelijk pantserprojectielen van vechtwagens - sprongen echter niet en richtten dus niet veel schade aan. Even later werden ten westen van de uitgangsstelling op de Zeedijk vurende vecht wagens waargenomen. 1) Het voorste stuk van 4-II-K.R.A. kwam, op last van de Bt.C., op de dijk in stelling, opende het vuur en slaagde er in, de voorste vecht wagens buiten gevecht te stellen. ei De hoofdmacht van de 9e Pantserdivisie kwam eerst in de vroege morgen van 13 Mei op het Eiland van Dordrecht aan. Er werd door de Duitsers één compagnie vechtwagens (25 wagens) ingezet met opdracht, het Eiland van Dordrecht te zuiveren. Een tweede compagnie werd tegen de stad Dordrecht ingezet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 151