- van II-K.R.A. het personeel der Afd.- en Bt.staven met twee commandoauto's
en twee stukken (trekkers en vuurmonden) van de 4e Batterij, de herstellings
auto en een aantal motorrijwielen met personeel.
In de hoop het achtergelaten materieel later nog te kunnen redden, werd dit
niet vernield, doch bepaalde men er zich toe, de benzine uit de tanks der auto's
te laten weglopen. Inderdaad slaagde kapitein Antoni er later in, gedeeltelijk met
behulp van een lorrie nog een aantal wapens, w.o. een zware mitrailleur van
1-2 R.W., munitie en motoren in veiligheid te doen brengen. C.-I-2 R.W. trof
voorts te Sliedrecht de sectie zijner M.C. aan, die in de nacht van 11/12 Mei
eigenmachtig daarheen was gereden. De totale sterkte van het bataljon bedroeg
toen 160 man met vier zware mitrailleurs en twee stukken pag. De manschappen
waren dodelijk vermoeid en hadden sedert de morgen van 10 Mei slechts eenmaal
v/arm gegeten.
Ter afsluiting van de spoorbrug over de Merwede werden aan de noordzijde
daarvan een vuurmond van 4-II-K.R.A., een stuk pag. en de uit Sliedrecht aan
getrokken sectie der M.C. van 1-2 R.W. in stelling gebracht. Inmiddels waren ook
de overige onderdelen, zomede de niet tot de oostelijke aanvalsgroep behorende
onderdelen der Lt.Div., die zich in het oostelijk deel van het Eiland van Dordrecht
hadden bevonden, teruggetrokken.
C.-1-III-2 R.W., luitenant Kreuger, trok met deze compagnie (min twee
sectiën) en de daarbij ingedeelde sectie zw.mitr. terug op Dordwijk, waar zich de
Gevechts- en Keukentrein van het bataljon bevonden. Een aantal verstrooide
Manschappen, waaronder een gedeelte van de Stafwacht van de Divisiestaf, sloot
zich hierbij aan, evenals de sectie der M.C.-I-28 R.I. onder vaandrig Pool en
vaandrig Marijs van 2-1-28 R.I. Aangezien uitgezonden verkenners mededeelden,
dat het niet mogelijk was binnen Dordrecht te komen, deed de compagnies
commandant in de middag de auto's zover ontladen, dat er plaats was voor de
aanwezige manschappen, waarna hij het achter te laten materieel deed vernielen
en met het personeel naar Kop van 't Land reed. C.-3-I-28 R.I., die hij hier met
zijn compagnie aantrof (zie hierna), nam de sectie zw.mitr. en het personeel van
-28 R.I. over. Luitenant Kreuger trok daarna met zijn twee sectiën naar Werken
dam, overschreed aldaar de Merwede en begaf zich over Hardinxveld en Schoon
hoven naar Gouda, waar hij 14 Mei omstreeks 12.00 bij het Depot der wielrijders
aankwam.
Kapitein Mulder met het personeel van 111-14 R.A., dat door de vechtwagens
en één der vliegtuigen was beschoten, trok over Dubbeldam op Dordrecht terug,
waarbij verscheidene malen vuur werd ontvangen. Hierbij hadden zich aangesloten
luitenant Dieperink met de commandogroep en één sectie van 2-II-1 R.W.
zomede een twintigtal door hem verzamelde vluchtelingen van andere onderdelen.
Na aankomst te Dordrecht voegde deze luitenant zich omstreeks 12.30 weder bij
zijn bataljon, terwijl de kapitein Mulder zich met zijn artilleristen ter beschikking
van de Kantonnementscommandant stelde.
De beide sectiën van 2-1-28 R.I., die bij het personeel van 111-14 R.A. waren
ingedeeld, trokken op Dubbeldam terug en volgden vervolgens het voorbeeld van
135