teruggekeerd. Voorts werden, zoals uit het eerder medegedeelde reeds bleek, in de loop van 10 Mei resp. in de morgen van 11 Mei 1-1-34 R.I. (min een sectie) en 3-1-34 R.I. (min een sectie), versterkt met een sectie van 34 C.Mr., ter beschikking van C.-Groep Kil gesteld. Als gevolg van het door Groep Kil loslaten van de noordoever van het Hollandsch Diep was 1-34 R.I. in het oosten niet meer aan geleund; daarom werd dit bataljon in de loop van 11 Mei versterkt met de meest westelijke compagnie van Vak Numansdorp n.l. 2-II-34 R.I. (min een sectie). In verband met berichten omtrent vijand ten noorden van de Oude Maas ontving C.-1-II-34 R.I. (subvak Oudenhoorn) te 13.50 opdracht, een sectie te zenden naar Allemanshaven (ten oosten van Spijkenisse); deze sectie is later weder teruggenomen. Toen in de loop van 11 Mei bleek, dat voorshands slechts gevaar uit het noorden dreigde, besloot C.-Groep Spui, res. kolonel G. A. de Brauw, tot de volgende maatregel, waarvoor hij telefonisch de machtiging van C.-Vg.Holland kreeg. De bezetting van het Vak Numansdorp werd geformeerd tot drie detache menten (zie schetskaart nr Z. 11): le. Detachement Oud-Beijerland onder bevel van C.-1-II-34 R.I., res. kapitein L. P. T. A. Lohbeck, en bestaande uit: 1-III-34 R.I. (tot dusver groeps reserve), een sectie van 2-II-34 R.I., een sectie der M.C.-II-34 R.I., een sectie van 34 Bt. 6 veld, een stuk van 34 C.Mr., 13 C.Pn. (min twee sectiën) en ongeveer drie sectiën, gevormd uit personeel van 4 Bt.Lu.A. met een zw.mitr. M 18.x) Het detachement kreeg tot taak, overgangspogingen over de Oude Maas tussen Heinenoord (inbegrepen) en de Berenplaat (inbegrepen) tegen te gaan en was aangeleund, oost aan 3 G.B., west aan het detachement bij de brug te Spijkenisse, welk detachement tevens opdracht had, de Allemans haven te bewaken. Voorts moest worden opgetreden tegen eventueel in de omgeving van Oud-Beijerland landende valschermjagers; 2e. Detachement Zuid-Beijerland onder bevel van C.-11-34 R.I., res.majoor H. A. Soetens, bestaande uit 11-34 R.I. (min 1, 2 en een sectie der M.C.), een stuk van 34 Bt. 6 veld, een stuk van 34 C.Mr. en twee sectiën van 13 C.Pn Het kreeg tot taak, de beide uitgangen van het Vuile Gat (het vaarwater tussen Tiengemeten en Beijerland) te bewaken en op te treden tegen in de omgeving landende valschermtroepen; 3e. Detachement Numansdorp onder bevel van C.-I-34 R.I., majoor H. C. Oud, bestaande uit 1-34 R.I. (van le en 3e Comp. slechts een sectie), 2-II-34 R.I. (min een sectie), een sectie van 11 M.C., een sectie van 34 C.Mr., een stuk 156 4 Bt.Lu.A. was opgesteld geweest ten zuidoosten van Waalhaven en bij de aanval op dat vlieg- park voor haar eigenlijke taak vrijwel onmiddellijk ongeschikt geworden door het uitvallen van het vuurleidingsapparaat, terwijl de beide mitrs.tl. door haperingen niet tot regelmatig vuren kwamen. De batterijbezetting had daarop met de karabijnen krachtdadig deelgenomen aan de strijd tegen in de omgeving landende valschermjagers, waarbij o.m. de Bt.C., res. le luitenant S. J. Backer, was gewond, en was, toen zij omstreeks 11.15 dreigde te worden overweldigd, in een viertal gevorderde auto's via het veer bij Goidschalxoord op Oud-Beijerland teruggetrokken, waar de wnd. Bt.C., res. le luitenant W. R. Jansen, zich met zijn personeel ter beschikking van C.-Groep Spui had gesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 176