van 34 Bt. 6 veld, kustbatterij XI, Det. Vaartuigendienst Haringvliet-oost en Det. Zinkschepenversperring Hellegaten. Het detachement kreeg tot taak, de havens van Numansdorp te verdedigen en op te treden tegen in de omgeving landende valschermtroepen. Op last van de Groepscommandant werd de commandopost van C.-Vak Nu mansdorp, de wnd. C.-34 R.I., res.majoor H. G. A. Götz x), in de late avond ver plaatst van de betonnen schuilplaatsen bij Alexanderhoeve (in de omgeving van Klaaswaal) naar het gemeentehuis te Numansdorp. Uit het vorenstaande blijkt, dat het gros van de beschikbare infanterie met het front naar het zuiden bleef staan, hoewel daar geen gevaar dreigde. Het had aan beveling verdiend, troepen vrij te maken als reserve, teneinde deze aan de Oude Maas te kunnen inzetten, dan wel ter beschikking van Groep Kil te kunnen stellen. Het zeefront bleef, behalve de uitzending van sectiën naar Spijkenisse en Brielle e.o. ongewijzigd. Te ongeveer 19.00 ontving C.-1-II-34 R.I. (in het subvak Oudenhoorn) op dracht om een sectie tirailleurs en een sectie van 11 M.C. te verplaatsen naar Hekelingen, waar deze reserve van C.-Groep Spui werden. Tengevolge van het uitzenden van sectiën naar Spijkenisse, Allemanshaven en Hekelingen was dit subvak tijdelijk nog slechts door een sectie van 11 M.C. bezet, doch twee tirail- ieursectiën zijn op onbekend tijdstip weder teruggekeerd. Als gevolg van een desbetreffend bevel van C.-Vg.Holland ontving op 11 Mei te ongeveer 22.30 de artillerie opdracht, van stelling te veranderen: I en 11-14 R.A. uit de omgeving van Numansdorp naar stellingen resp. ongeveer 2 km ten zuidoosten en ten zuidwesten van Oud-Beijerland met hoofdrichting noord, behalve de rechterbatterij van 1-14 R.A., welke vuur moest kunnen brengen op het noordelijke landhoofd van de brug bij Barendrechtscheveer; 25 Afd. A. (waarvan, zoals eerder medegedeeld, de vuurmonden van 151. 24 op beddingen met hydrauli sche rem stonden opgesteld) moest haar reservestukken, die ten noordoosten van Numansdorp bij een boerderij stonden, zodanig in stelling brengen ten noord westen van Westmaas, dat de Afdeling eveneens nog vuur kon brengen op het noordelijke landhoofd van vorengenoemde brug. De uitvoering van deze steil in g- verandering die eerst de volgende dag plaats had, zal hierna bij de 12e Mei worden medegedeeld (blz. 169). De Groepscommandant verplaatste zijn commandopost in de nacht van 11/12 Mei naar Numansdorp. In Hoofdstuk II sub e werd medegedeeld, dat op 10 Mei te 1.00 vier overgangen over de Mark en de Dintel door de veiligheidsbezetting van het bruggenhoofd Willemstad - le Comp. en M.C. (min twee sectiën) van 1-39 R.I. - waren bezet 157 BRUGGENHOOFD WILLEMSTAD 2) (Zie schetskaart nr Z. 8) b C.-34 R.I. was res. luitenant-kolonel D. van der Zee. 2) Dit bruggenhoofd is uitvoerig behandeld in het boek: „De verdediging van Noord-Limburg en Noord-Brabant. Mei 1940".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 177