in afwachting van de komst van 3 G.B. en dat dit bataljon ter beschikking was gesteld van C.-Groep Kil. Te 4.30 had de chef van het inundatiestation Willemstad van de chef der inun datie op het Zuidfront opdracht ontvangen, zoveel mogelijk water in te laten in het gebied van zijn station en tevens in de polders tussen dit station en Moerdijk. Aangezien de chef van het station Moerdijk telefonisch niet te bereiken was, had hij hem per ordonnans moeten waarschuwen; deze maatregel kon echter door Duits ingrijpen niet worden uitgevoerd. x) Te Willemstad was met behulp van burgerwerklieden onmiddellijk met water- inlaat begonnen en hiermede werd voortgegaan tot de overgave op 14 Mei. Er was toen een belangrijke inundatie gevormd, die zich van het Hellegat tot de Roode Vaart (ten westen van Moerdijk) uitstrekte en behalve enkele droge plekken, niet loorschrijdbaar was (zie schetskaart nr Z. 12). De chef der inundaties te Willem stad had tevens zijn collega te Ooltgensplaat gewaarschuwd, zodat ook daar met inunderen was begonnen, waarmede tot 14 Mei werd doorgegaan. Nadat 3 G.B. was vertrokken bleven de overgangen over de Mark en Dintel nog bezet tot ongeveer 17.00 toen opdracht werd ontvangen, de voorbereide opstellingen te bezetten, n.l. een sectie tirailleurs en een zware mitrailleur op elk der volgende punten - Fort de Ruyter - Oranjeoord en Heiningen (Zevenhuizen); - Stadschendijk; - verdedigingswerk te Bovensluis. De commandopost van C.-M.C., res.kapitein J. C. A. Isaacs, werd gevestigd op Fort de Ruyter, die van C.-le Comp., res.kapitein J. W. N. Meijjes, op Fort De Hel. Deze opstellingen waren te ongeveer 20.00 bezet. Daar C.-le Comp. weinig voortvarend optrad, nam C.-M.C. het heft in handen. Hij nam verbinding op met de Chef van de Staf van Groep Spui, kapitein van het K.N.I.L. A. J. C. Pereira, deelde mede, dat de inundatie nog niet op peil was en dat de zwakke bezetting op dit brede front geen voldoende weerstand kon bieden. Volgens het verslag van C.-le Comp. wierpen te 21.00 Duitse vliegtuigen parachutisten af ten noorden van Fort De Hel, waarop zijn commandogroep het vuur opende. Bovendien kwam er een bericht binnen, dat een Duits watervlieg tuig rubberboten op het Hellegat had uitgezet, dat ten zuidwesten van Willemstad een landing had plaats gehad en dat Duitsers naar Fort De Hel oprukten. Toen hij hiervan bericht aan de Chef van de Staf van Groep Spui had gegeven met de mededeling, dat hij het wel niet lang zou kunnen houden, zou hij volgens zijn verslag toestemming hebben gekregen om zich met zijn commandogroep naar Fort de Ruyter te verplaatsen. Hij voerde dit uit, doch deed tevens de bezetting 158 l) Het inundatiepersoneel te Moerdijk heeft, zoals elders werd medegedeeld, op eigen initiatief getracht de inundatie te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 178