van Zevenhuizen op dat fort teruggaan, waar zoals vermeld ook C.-M.C. zich ophield. Op 11 Mei te 2.00 ontving C.-M.C. (met voorbijgaan van C.-le Comp.) op dracht van de Chef Staf van Groep Spui om de kortere opstelling te doen bezetten van Fort de Ruyter over Fort De Hel naar Willemstad.1) Als gevolg hiervan deed deze kapitein de volgende opstellingen innemen - Fort de Ruyter: de oorspronkelijke bezetting, dus C.-M.C., een sectie tirailleurs en één zw.mitr. - Fort De Hel: C.-le Comp. en de sectie tirailleurs met één zw.mitr. uit Zevenhuizen; - wallen van Willemstad: de twee sectiën tirailleurs en de sectie zw.mitr. uit Stadschendijk en Bovensluis. Te 3.00 was deze opstelling ingenomen en daarbij had C.-le Comp. ontdekt, dat er geen Duitser op Fort De Hel was geweest. Op 11 Mei te 12.30 legde C.-M.C. een en ander vast in een schriftelijk bevel, waarin Bastion nr 7 te Willemstad als commandopost voor C.-le Comp. werd aangewezen en als gevolg waarvan deze kapitein zich daarheen verplaatste. Een beschouwing van de hiervóór medegedeelde maatregelen en in het bijzonder een blik op schetskaart nr Z. 11 toont, hoe ten gevolge van het gemis aan een C.-Zuidfront, die coördinerend had kunnen optreden, de maatregelen der beide Groepscommandanten uiteenhepen. Terwijl C.-Groep Kil de helft zijner niet door de overval getroffen troepen offensief maakte en alle nog beschikbare troepen naar de bedreigde zijden ver plaatste, liet C.-Groep Spui het gros zijner troepen op de niet rechtstreeks be dreigde zijde van het front en verlegde hij ook zijn commandopost daarheen. Terwijl in de Groep Kil alle troepen in aanraking met de vijand waren en door hun geringe sterkte ten opzichte van de breedte der te bezetten fronten niet konden worden afgelost, bleven even sterke krachten in de Groep Spui werkeloos op een onbedreigd frontgedeelte. Slechts druppelsgewijze werden als gevolg van verzoe ken van C.-Groep Kil hieruit onderdelen aan laatstgenoemde Groep afgestaan. Van de bevelen voor stellingverandering der artillerie in de Groep Spui, waarbij één batterij van 1-14 R.A. aanvankelijk zodanig werd opgesteld, dat zij vuur kon brengen op het noordelijk einde van de door infanterie uit Groep Kil verdedigde brug bij Barendrechtscheveer, bleef de Commandant dezer Groep geheel onkundig. De door C.-Vg.Holland bevolen aanval van 3 G.B. tegen Waalhaven in de vroege morgen van 11 Mei had waarschijnlijk werkzamer kunnen worden ingezet over de brug bij Spijkenisse dan over die bij Barendrechtscheveer, hetgeen aan een C.-Zuidfront ongetwijfeld niet zou zijn ontgaan. 159 BESCHOUWING C.-le Comp. werd dus vrijwel uitgeschakeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 179