Het bevreemdt, dat C.-Groep Spui zich niet door een inlichtingsofficier of persoonlijk bezoek op de hoogte heeft gesteld van hetgeen zich in Groep Kil afspeelde en niet in overleg met C.-Groep Kil is getreden over de te volgen tactiek. b. DE KRIJGSVERRICHTINGEN OP 10 EN 11 MEI Op het front langs de Dordsche Kil (zie schetskaart nr Z. 4) werd wederzijds een levendige vuurwerkzaamheid onderhouden. De zware mitrailleurs van 11-28 R.I. tegenover Willemsdorp stoorden het Duitse verkeer over de brug en op de kunstweg ten noorden daarvan. Uit de omgeving van de Catharinahoeve bleef de vijand bij voortduring een krachtig en zeer hinderlijk krombaanvuur onder houden. De eigen mortieren slaagden er niet in dit te onderdrukken, zodat C.-III- 34 R.I., majoor Houtman, in de namiddag van 10 Mei de hulp der artillerie inriep. Op 11 Mei te 4.05 gaf 1-23 R.A. met één stuk een vuur op de hoeve af, dat te 11.45 werd herhaald toen van hieruit een tweetal Nederlandse sleepboten, varende naar 's-Gravendeel, werd beschoten. Eén dezer vuren viel aanvankelijk te kort, waardoor twee infanteristen en drie burgers door scherven werden gewond. Toen dit alles zonder resultaat bleef, deed de A.C. te 13.03 een stuk van 1-23 R.A. ter hoogte van de middenbatterij van de 25 Afd.A. kort achter de dijk opstellen en van hier 60 schoten enfilerend op de oostelijke Kiloever bij Catharinahoeve af geven. Het gelukte echter niet, de hoeve in brand te schieten en het vijandelijk vuur leefde na enige tijd weer op. Te 's-Gravendeel bleef het bij voortduring levendig. In de namiddag van 10 Mei werd aldaar met het pontveer 11-28 R.I., dat de aanval op Dordrecht zou uitvoeren, overgezet (zie blz. 47 en schetskaart nr Z. 6). In de vroege morgen van 11 Mei deed de A.C., in de hoop dat door 11-28 R.I. de verbinding met Dordrecht zou zijn hersteld, 2-III-28 R.I. (min drie sectiën), onder bevel van res. Ie luitenant W. Hensens, met het pontveer oversteken, teneinde vast te stellen of aanvoer van artilleriemunitie uit Dordrecht mogelijk zou zijn en met het oog daarop het pontveer aan de oostzijde te beveiligen. De weg van Wieldrecht naar Zeehaven bleek vrij te zijn, doch spoedig begonnen man schappen van 11-28 R.I., merendeels ongewapend, uit de richting van de Zee haven terug te vloeien en uit hun mededelingen viel op te maken, dat het bataljon in een hinderlaag was gevallen (zie schetskaart nr Z. 7). Luitenant Hensens deed de vluchtelingen verzamelen en overzetten, waarna zij door C.-3-III-34 R.I. opnieuw werden bewapend en ingedeeld. Voorts regelde genoemde luitenant het teruggaan van de trein van 11-28 R.I., van de zich daarbij bevindende le Sectie van 28 C.Mr, en van de 1J sectie der M.C.-II-28 R.I., die te Amstelwijck waren gebleven. Tenslotte trok ook hij over het pontveer terug, waarna hij met zijn sectie onder bevel van C.-3-III-34 R.I. werd gesteld, die deze sectie ten zuiden van 's-Gravendeel in stelling deed komen. 160 GROEP KIL

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 180