der Fransen, het aantrekken van Duitse versterkingen uit het Eiland van Dordrecht naar het bruggenhoofd Moerdijk te belemmeren. 25 Afd.A. werd daarop met een langdurig storend vuur, afgegeven in vuurstoten, tegen de landhoofden ingezet, terwijl 11-23 R.A. hierop te 12.45 een vuurstoot afgaf. Het vuur van 25 Afd.A. duurde met enkele vuurpauzen voort tot het aanbreken van de dag van 12 Mei en vergde het uiterste van de krachten der batterijbedieningen. Deze moesten de tijd verdelen tussen de bediening der stukken, munitieaanvoer en herstellen van het materieel en de beddingen, die zodanig werden vernield, dat reserve- beddinghout moest worden aangevoerd. Bij de rechterbatterij viel een stuk tijdelijk uit; bij de linkerbatterij vielen de beide nog overgebleven stukken enige tijd uit. Terwijl aldus uit het oude en langzaam vurende geschut van 15 1.24 alles werd gehaald wat er in zat, moest bij de vuren der batterijen 7 veld de grootste zuinigheid worden betracht wegens de steeds nijpender wordende munitietoestand. Vooral bestond behoefte aan brisantgranaten met verminderde lading, daar hier mede enigszins kon worden tegemoet gekomen aan het tekort aan krombaanvuur. Niettemin konden een paar werkzame vuren op ogenbliksdoelen worden afge geven en wel te 12.18 door 1-23 R.A. (min 2) op een door C.-3-II-28 R.I. waargenomen stilstaande autocolonne nabij Tweede Tol en te 15.45 door 2-1-23 R.A. op een door de torenpost te 's-Gravendeel waargenomen vijandelijke com pagnie, in zuidelijke richting marcherend op een der kunstwegen Dordrecht- Willemsdorp, even ten noorden van Amstelwijck. De torenpost, bezet door res. 2e luitenant C. A. den Tex en kornet E. Schreuder (gasofficier) van Staf-23 R.A., werd telefonisch doorverbonden met 2-1-23 R.A. en onder leiding van eerstge noemde werd het vuur geopend, toen de colonne omstreeks 5C0 m ten zuiden van Amstelwijck was. Na afloop zag men slechts der colonne de mars voort zetten. De krachtige vuurwerkzaamheid der artillerie van Groep Kil was de vijand blijkbaar hinderlijk geworden. 2) Er werden althans in de loop van de middag enige luchtbombardementen op deze batterijen uitgevoerd, terwijl de Duitse troepen ten oosten van de Kil werden versterkt door het afspringen van omstreeks 80 valschermjagers tegenover Mookhoek. Te 13.10 werd de door 1-II-23 R.A. in de vroege morgen verlaten stelling gebombardeerd. Te 13.40 streken zes Duitse toestellen laag over 1-23 R.A. en wierpen zonder succes één bom af; te 15.00 volgde echter een aanval van vijftien toestellen, die ieder vier bommen afwierpen op de rechter- en middenbatterij van 25 Afd.A. Tal van trechters werden ge slagen voor en achter de batterijen en bij het munitiedepot en de telefoonlijnen werden vernield. Er werd echter niemand getroffen en geen blijvende schade aan het materieel toegebracht, zodat korte tijd later de batterijen het afgebroken storende vuur weder voortzetten. Te 15.30 deed een enkel toestel nog een ver- 164 Wellicht betrof het hier de uit de richting van de bruggen bij Zwijndrecht gekomen compagnie onder Hauptmann Schulz, die door C.-11-28 R.I. wordt genoemd en heeft een naar Wieldrecht afgebogen gedeelte omstreeks 17.15 het detachement onder C.-1-II-28 R.I. overvallen. 2) Uit van Duitse zijde ontvangen mededelingen is gebleken, dat de artillerie van Groep Kil de vijand inderdaad ernstige verliezen heeft toegebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 184