In de eerste namiddaguren verstomde het artillerievuur in verband met de stagnatie bij de Lt.Div. en het gebrek aan munitie. Eerst te 17.00 kwam de door C.-Vg.Holland toegezegde munitie aan in de haven van Strijensas. De gang van zaken was als volgt geweest. Door het Artilleriecommando van de Vg.Holland was op 11 Mei te 9.00 een colonne uitgezonden, bestaande uit drie vrachtauto's beladen met 12 ton munitie voor geschut van 7 veld, onder res. Ie luitenant J. Beetsma met als opgegeven route: Gouda, Utrecht, Vianen, Meerkerk, Gorinchem, Sliedrecht, Papendrecht, Dordrecht, 's-Gravendeel. De transportcommandant vernam te Gorinchem, dat de verdere route onveilig was. In overleg met de Kantonnementscommandant (C.-I-23 R.I.), zomede met de Commandant van het Detachement Merwede van de Vaartuigendienst en na te 15.30 contact te hebben opgenomen met de A.C. van de Groep Kil, werd besloten de munitie over te laden in het motorschip „De twee gezusters", dat door de scheepvaartagent te Gorinchem voor dit doel werd gevorderd. Dit schip voer 11 Mei te 18.00 af onder commando van de zee milicien le kl. G. Fongers en bemand met de zeemilicien 2e kl. M. de Vries, beiden van het Detachement Merwede van de Vaartuigendienst, zomede met de burgerschipper A. van Meeteren. Het plan was, via de Merwede en de Dordsche Kil 's-Gravendeel te bereiken. Toen het schip echter op zich liet wachten, verzocht C.-Groep Kil, die bij de overval zijn eigen vaartuigendetachement vrijwel geheel had verloren, in de vroege morgen van 12 Mei aan C.-Groep Spui om door vaartuigen uit zijn Groep munitie in Gorinchem te doen halen. Hierop vertrokken op 12 Mei omstreeks 10.30 twee vaartuigen van het Detachement Vaartuigendienst Haringvliet-oost nl. de „Amer" en de „Vooruit" uit Numansdorp, die na op de Nieuwe Merwede hevig te zijn beschoten, Gorinchem bereikten. Hun diensten waren aldaar echter niet meer nodig. Te 11.00 had C.-Groep Kil van C.-Detachement Vaartuigendienst Merwede, res. 2e luitenant O. L. G. F. Aberson, telefonisch bericht ontvangen, dat het afgezonden schip wegens hevig vuur niet onder de bruggen over de Oude Maas tussen Dordrecht en Zwijndrecht had kunnen doorvaren, gedurende de nacht te Dor drecht was blijven liggen en vervolgens naar Gorinchem was teruggekeerd. De A.C. van de Groep Kil had daarop verzocht, het schip via de Nieuwe Merwede en het Hollandsch Diep naar Strijensas te dirigeren. Weliswaar moest ook hierbij onder de door de vijand bezette bruggen over het Hollandsch Diep tussen Willemsdorp en Moerdijk worden doorgevaren, doch dit vaarwater was breder. De Commandant der 3e Comp. torpedisten, res. kapitein S. R. Kraayenbrink, die zich te Werkendam bevond, trof de voor dit transport nodige maatregelen. „De twee gezusters" voer enige tijd later opnieuw af met de burgerschipper Van Meeteren en ditmaal met een vrijwillige bemanning, bestaande uit sergeant J. H. van Haaften en wederom de zeemiliciën Fongers, beiden van de Vaartuigendienst, en met de pontonnier van de 4e Schipbrugafdeling B. v. d. Berg als stuurman. Het schip werd beveiligd door een kleine torpedoboot, Hr.Ms. „Christiaan Cornelis"1), onder bevel van luitenant ter zee 3e kl. der Kon.Mar.Res. H. Aschmoneit. Het x) Zie noot op blz. 171. 170

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 190