transport stond onder bevel van res. Ie luitenant der torpedisten H. Beusekamp, die zich met sergeant-schipper H. Koudenburg en vier torpedisten op de torpedo boot bevond. 2) De transportcommandant had van de Commandant van het Det. Merwede van de Vaartuigendienst opdracht ontvangen, via de Nieuwe Merwede, het Hollandsch Diep en de Kil naar 's-Gravendeel te varen doch, indien het opvaren van de Kil moeilijkheden zou opleveren, de lading te Strijensas te lossen. Het onder de bruggen bij Willemsdorp doorvaren geschiedde merkwaardiger wijze zonder dat een schot werd gelost. In de Dordsche Kil werd echter hevig vuur ontvangen van de oostoever. Bovendien werden de schepen door vijandelijke vliegtuigen gemitrailleerd. Op de „Christiaan Cornelis" werden de hoofdstoom- leiding en de telegraaf stukgeschoten. Het schip stoomde terug naar het Hollandsch Diep en kwam daar in contact met de sleepboot „Robur", waarop zich res. Ie luitenant J. A. Gildemeester met enige artilleristen en een zware mitrailleur uit de Groep Merwede bevonden. Deze sleepboot, waarmede een verkenning was uitgevoerd naar de Moerdijkbruggen, was door beschieting eveneens beschadigd, doch toen de „Christiaan Cornelis" niet verder kon, nam de „Robur" haar langszij en tezamen slaagden zij er in, Numansdorp te bereiken en met behulp van een particuliere sleepboot de haven binnen te komen, niettegenstaande uit het dorp Moerdijk met mortieren was gevuurd en enige vliegtuigen hen hadden beschoten.3) 171 Hr.Ms. „Christiaan Cornelis" was een torpedoboot van 48 ton, bewapend met twee kanons van 3,7 cm., in dienst gesteld 27 Sept. 1906. Het schip had deel uitgemaakt van de bewaking bovenrivieren en bevond zich bij het uitbreken van de oorlog te Nijmegen, vanwaar het met het terugtrekken der grenstroepen naar Gorinchem was gevaren, tezamen met twee andere oorlogs schepen. 2) Deze luitenant, behorende tot de 3e Comp. torpedisten, was Commandant van het Det. Grond- raijnversperring nr 5 (in Nieuwe Merwede bij het Steurgat) en had zich met de torpedisten vrij willig beschikbaar gesteld. 3) De luitenant Gildemeester behoorde tot 2-24 Afd.A. van de Groep Merwede van het Oostfront- Vg.Holland en had als gevolg van een bevel van de Commandant van het Veldleger (onder wie het Oostfront ressorteerde) een verkenning naar Moerdijk moeten uitvoeren met de sleepboot „Robur", een motorvlet van de torpedisten en een afdeling infanterie onder vaandrig Tack van 13 R.I. Hij had zich met enige vertrouwde artilleristen en een zw.mitr. ingescheept op de sleepboot en de motorvlet met de infanterie-afdeling onder vaandrig Tack doen volgen. Na bij Kop van 't Land geen bijzonderheden te hebben bespeurd en bij Lage Zwaluwe contact met 3-6 G.B. te hebben opgenomen, had hij de motorvlet teruggezonden met gegevens over 6 G.B. Na nog een mitrailleur aan boord te hebben genomen, was hij tot onder de Moerdijkbrug gevaren en hoewel hij van de noordoever werd beschoten had hij, menende dat daar eigen troepen stonden, onder zwaaien met zijn zakdoek laten bijdraaien. Wederom was het schip bevuurd, waarbij de schipper door de hals en hij zeJf door hand en voet was geschoten. De boot was beschadigd, kon minder goed manoeuvreren en was op goed geluk het Hollandsch Diep afgevaren. Op dat ogenblik was de „Christiaan Cornelis" uit de Dordsche Kil gekomen, op enige afstand gevolgd door het munitieschip „De twee gezusters" dat later uit het oog werd verloren. Luitenant Gildemeester vernam na aankomst te Numansdorp, dat het Hollandsch Diep door Duitse mijnen onveilig was en keerde met zijn mannen in drie auto's over Hellevoetsluis, Maassluis, 's-Gravenhage, Gouda en Schoonhoven in de nacht van 13/14 Mei weder te Gorinchem terug. Dc Commandant van de „Christiaan Cornelis" heeft, toen reparatie van zijn schip te veel tijd bleek te zullen vorderen, de kanonnen gedemonteerd en overgegeven aan de pontonniers te Numansdorp. Hij laadde zoveel mogelijk bagage, wapenen en munitie op een vrachtauto, bracht zijn schip tot zinken met hulp van het zinkschependetachement en meldde zich bij de Commandant der Mari tieme Middelen te Hellevoetsluis.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 191