Op „De twee gezusters" sneuvelde de bekwame en rustige schipper Van Meeteren en werd de pontonnier Van den Berg ernstig gewond. Niettemin slaagde sergeant Van Haaften er in, met de gewonde stuurman Van den Berg het schip omstreeks 17.00 behouden in de haven van Strijensas te doen binnenlopen. De vreugde hierover was groot, te meer omdat een paar uur tevoren door de Kantonnementscommandant te Dordrecht was bericht, dat het munitieschip bij Werkendam op een mijn was gelopen en in de lucht was gevlogen, hetgeen echter later op een ander vaartuig betrekking bleek te hebben. Onder leiding van een le luitenant uit het St.K.-Groep Kil werd daarop door twintig militairen en veertig gevorderde burgerwerkkrachten uit Strijensas de munitie gelost en met munitie-auto's der beide Afdelingen van 23 R.A. vervoerd. Het lossen en laden geschiedde in de sluis van Strijensas, waarbij het schip door het half neerlaten van de ophaalbrug zoveel mogelijk werd gemaskeerd, zodra zich vijandelijke vliegtuigen vertoonden en voorts onder de uiteraard ontoereikende dekking van een drietal stukken der M.C.-II-28 R.I. Vóórdat het lossen en laden was voltooid deden omstreeks 18.30 een twintigtal vijandelijke bommenwerpers een aanval op de Groep Kil, ten gevolge waarvan het werk gedurende een uur moest worden gestaakt. Korte tijd na 21.00 bereikte de lang verbeide munitie de batterijen. Zoals reeds eerder vermeld was op verzoek van C.-II-l R.W. aan 2-1-23 R.A. opdracht verstrekt voor het onder vuur nemen van de vijand in de wijk Krispijn Te 16.15 en te 18.20 gaf deze batterij telkens een vuurstoot van drie minuten af, de laatste voorafgegaan door een vuurstoot van gelijke duur tegen een vijandelijke batterij bij de spoorwegvork ten oosten van het station Dordrecht. Eén der beide andere batterijen van 1-23 R.A. gaf te 16.55 een storend vuur van drie minuten af op het vijandelijke bevelscentrum bij Tweede Tol. De 25 Afd.A. had haar werk zaamheid hervat in verband met de overgang van patrouilles over de Kil. Te 9.28 had C.-Groep Kil aan C.-3-II-28 R.I., welke compagnie ten zuiden van De Wacht het Kilfront bezette, opdracht gegeven door patrouilles in bootjes de Kil te doen oversteken ter verkenning van de toestand op de oostelijke oever. Dit bevel, door de compagniescommandant, res.le luitenant Dr. F. L. van Muise- winkel, ontvangen door bemiddeling van C.-25 Afd.A. was aanvankelijk verkeerd overgebracht zodat eerst omstreeks 11.00 zekerheid omtrent de opdracht bestond.1) De verkenningsresultaten moesten mede rechtstreeks worden gemeld aan C.-25 Afd.A., die eventuele vastgestelde doelen onverwijld onder vuur moest nemen. Mocht de vijandelijke bezetting zwak blijken, dan moest op de oostelijke oever vaste voet worden gezet. De bedoeling van deze actie was de aanval der Lt.Div. te steunen door enerzijds gegevens over de toestand bij Willemsdorp te verkrijgen en anderzijds de vijand aldaar te binden en zo mogelijk te verleiden tot het versterken der bezetting van 172 Het is niet bekend, waarom deze opdracht niet door tussenkomst van C.-III-28 R.I. werd gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 192