commandanten werden voor het ontvangen van bevelen onverwijld daarheen ontboden. Teneinde daarna weder over een groepsreserve van enige betekenis te kunnen beschikken gaf de Groepscommandant opdracht aan C.-3 G.B. om het Detache ment Van Urk (drie tirailleursectiën en drie zw.mitr.) uit het front te nemen en naar Maasdam te dirigeren. C.-3 G.B. gaf aan dit bevel met veel vertraging uit voering, zodat het detachement eerst te 14.00 te Maasdam aankwam; het was toen bijna 3| etmaal in voorste lijn geweest. Op 12 Mei te 23.55 gaf de Chef van de Staf der Groep Kil, kapitein Calmeijer, aan de A.C. telefonisch aanwijzingen omtrent de voor te bereiden vuren. Hij begaf zich daarop naar 's-Gravendeel en gaf hier op 13 Mei te 0.30 aan majoor Houtman en de A.C., overste Ziedses des Plantes, het aanvalsbevel, dat is opge nomen als Bijlage X. Volgens dit bevel moesten de beide compagnieën van 34 R.I., onderscheidenlijk versterkt met twee en één sectie zw.mitr., op uur U uitbreken uit het door 4-3 G.B. gevormde bruggenhoofdje bij Wieldrecht, zich meester maken van Amstelwijck en dit vervolgens vasthouden, front makende naar het noorden, oosten en zuiden. Het uitbreken moest worden gesteund door vuur uit het bruggenhoofdje en van de beide mortiersectiën, terwijl rechtstreekse steun zou worden verleend door 2-1-23 R.A., opgesteld ten noorden van 's-Gravendeel. Nadat de onderdelen uit Maasdam te 4.45 te 's-Gravendeel waren ontladen en de verdere bevelsuitgifte was begonnen, begaf kapitein Calmeijer zich weder naar de commandopost te Puttershoek. Bij de artillerie werden met grote voortvarendheid de vereiste voorbereidingen getroffen. Te 0.30 en 0.35 gaf de Gr.A.C. aan I en 11-23 R.A. bevel tot de vereiste stellingverandering met wijziging der hoofdschootsrichtingen van de batterijen; te 9.40 kreeg 25 Afd.A. bevel, de storende vuren op Willemsdorp voort te zetten; e 1.00 en 1.30 ontvingen Cn. II- en 1-23 R.A. de schietopdrachten. Bij 3-1-23 R.A. werden de stukken versleept met een landbouwtrekker, bij 2-1-23 R.A. geschiedde ulks met mankracht, hoewel daarbij enige sloten en greppels moesten worden overschreden. Tijdens deze voorbereidingen belde echter de Chef van de Staf Landmacht van het A.H.K., generaal-majoor H. F. M. Baron van Voorst tot Voorst, te 1.50 persoonlijk C.-Groep Kil op en droeg hem op, onmiddellijk met alle beschikbare artillerie het vuur op de Moerdijkbruggen te leggen en dit vuur uit alle macht voort te zetten.1) De in gang zijnde artilleristische voorberei- dingen en het bevel tot stellingverandering moesten dus wederom worden ge wijzigd, terwijl de aan de Lt.Div. gegeven belofte van vuursteun niet kon worden tgekomen. 181 J) Dit bevel vond zijn grond in een op het A.H.K. binnengekomen bericht, dat een Duitse pantser divisie door de Langstraat naar de Moerdijkbruggen in opmars zou zijn. De noordelijke colonne van de 9e Pantserdivisie was echter over Loon op Zand opgerukt, terwijl door de Langstraat de S.S. Standarte Adolf Hitler in opmars was, die op 10 Mei tegen Deventer en Zwolle was ingezet, doch over Kleef en 's-Hertogenbosch naar Moerdijk werd verplaatst op 11 Mei e.v.d.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 201