bommenwerpers. J) De artilleriestellingen, voornamelijk die van 23 R.A., alsmede de oorden Strijen, Maasdam en 's-Gravendeel werden met bommen en mitrailleur- vuur bestookt. Te Maasdam werden twee huizen geheel vernield, zes burgers gedood en één gewond. De Staf van 28 R.I. en de beide daar aanwezige sectiën van de Groepsreserve leden echter geen verliezen. Van de batterijen kreeg in het bijzonder 2-1-23 R.A. in de opnieuw betrokken stelling ten noorden van 's-Graven deel het zwaar te verantwoorden. Een vijftiental bommen van zwaar kaliber richtte hier een ontzaglijke verwoesting aan. Van de hulpverbandplaats te 's-Gravendeel werd het dak vernield; de zich daar bevindende veertig gewonden werden daarop in de loop van de dag (met uitzondering van twee onvervoerbaren en zes licht gewonden) naar de hulpverbandplaats te Puttershoek overgebracht. Overigens richtte de aanval bij 's-Gravendeel zich in het bijzonder tegen het pontveer, waar ongeveer dertig duikaanvallen werden ondergaan, het havenhoofd zwaar werd beschadigd, doch de veerboot zelf niet getroffen. Bij 2-II-23 R.A. droeg de stelling verandering goede vruchten, daar het bombardement gericht werd tegen de ver laten stelling, die met behulp van kachelpijpen als schijnstelling was ingericht. Hoewel het personeel der rechtstreeks getroffen onderdelen na afloop van de luchtaanvallen enige tijd als versuft bleef, bleken geen doden of ernstig gewonden te betreuren te zijn, terwijl de materiële schade aan de vuurmonden zich beperkte tot één stuk van 2-1-23 R.A. Een paar uur later meldde de Bt.C., luitenant Broek man, de batterij weder tot vuren gereed. De andere batterijen hadden reeds eerder het vuur hervat; 11-23 R.A. (2e Batterij) kreeg opdracht het storend vuur op Tweede Tol, dat door het luchtbombardement was onderbroken, tot 6.30 voort te zetten. Vele telefoonverbindingen waren verbroken, doch konden in de loop van de morgen weder worden hersteld. Juist in het tijdsverloop, dat zich sterke Duitse luchtstrijdkrachten boven het Zuidfront bevonden, werd van Nederlandse zijde een poging gedaan om door een luchtaanval de brug voor gewoon verkeer bij Willemsdorp te vernielen. Op last van C.-Lvd. startte daartoe te 5.19 van Schiphol een vliegtuig met res. 2e luitenant B. Swagerman, dat beschermd werd door twee jachttoestellen met de res. Ie luitenant P. C. Schouten en de res. Ie luitenant Jhr. B. Sandberg. Twee mijn- bommen van 300 kg werden in twee runs afgeworpen, zonder echter de brug te treffen. Op de terugweg had een ontmoeting plaats met acht Messerschmidts. Het vliegtuig van luitenant Swagerman dat de bomaanval had uitgevoerd en het jachttoestel van luitenant Schouten werden in de omgeving van Ridderkerk af geschoten, waarbij de bemanningen om het leven kwamen. Het tweede jacht toestel beschoot enige Messerschmidts, doch moest voor de overmacht wijken en ontkwam in het wolkendek. Niet alleen uit de lucht reageerde de vijand, ook van de grond af nam zijn vuur- werkzaamheid toe. De tegenover Willemsdorp aan de Dordsche Kil opgestelde onderdelen ontvingen krachtig vuur van mitrailleurs, mortieren, pantserafweer- geschut en een batterij artillerie, waarvan de mondingsvlammen konden worden 183 Melding van Luchtwachtpost Strijen: „13 Mei, 5.00; 23 Dorniers op 400 m boven Strijen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 203