uit het oosten werd aangevallen (waartegen 2-1-23 R.A. te 13.10 een afsluitingsvuur
ontketende) stond de Groepscommandant te 13.20 aan majoor Houtman toe,
3-1-34 R.I. te 's-Gravendeel te doen blijven tot de toestand zich zou hebben ge
stabiliseerd. De compagnie mocht echter zonder machtiging van de Groeps
commandant niet worden ingezet.
De gebeurtenissen namen echter snel een ongunstige wending (zie schetskaart
nr Z. 16). Omstreeks 13.30 werd het bruggenhoofdje uiteengeslagen door een
achttal vechtwagens, waartegen de bezetting volkomen machteloos was. 4-3 G.B.
verloor twaalf doden, vele gewonden en ongeveer veertig krijgsgevangenen (waar
onder de C.C., kapitein Manders), die door de vechtwagens werden samen
gedreven. De resterende drie en twintig man slaagden er in, zich verborgen te
houden, gedurende de nacht van 13/14 Mei over de Kil te komen en bij de troepen
te 's-Gravendeel aan te sluiten. Toen de vechtwagens daarop tegenover 's-Graven-
deel op de oostoever van de Kil verschenen, aanvankelijk zonder het vuur te
openen, gaf de Gr.A.C. aan C.-2-I-23 R.A. opdracht, een stuk in stelling te
brengen ten zuiden van de haven (bij het z.g. Oude Veer), teneinde de vecht
wagens met directe richting te bestrijden. Het stuk kwam in stelling, doch de
wachtmeester-commandant durfde het vuur niet te openen, aangezien de vecht
wagens omringd waren door Nederlandse krijgsgevangenen. De vrij sterk
hellende straat maakte het bovendien twijfelachtig of zonder nadere voorzieningen
kon worden gevuurd.
Terwijl dit zich te 's-Gravendeel afspeelde, stak omstreeks 14.30 een Duitse
stoottroep ten zuiden van De Wacht verrassend de Kil over. De bij De Wacht
in tirailleurlinie langs de dijk liggende 3e Sectie van 3-II-28 R.I. ontving flankerend
vuur en week terug. Deze beweging werd waargenomen door het personeel van
de linker- en middenbatterij van 25 Afd.A., dat daarop de stellingen verliet en zich
in de richting van Schenkeldijk begaf, nadat bij de linkerbatterij de twee over
gebleven stukken waren vernageld. C.-III-28 R.I., majoor Van Maanen, die niet
over een reserve beschikte, en C.-25 Afd.A., kapitein Cohen, vormden daarop met
het personeel der staven een afsluitlijn bij Schenkeldijk. Voorts stelde majoor
Van Maanen met enige vertraging door storing van de telefonische verbinding
C.-28 R.I., luitenant-kolonel Stroink, te Maasdam met het gebeurde in kennis.2)
Te 14.45 bereikte de Groepscommandant te Puttershoek de telefonische melding
van C.-28 R.I., dat de Duitsers bij De Wacht over de Kil waren gekomen, dat de
infanterie terugtrok en 25 Afd.A. door het personeel was verlaten. De Groeps
commandant kreeg uit deze melding de indruk, dat de vijand met sterke krachten
over de Dordsche Kil was getrokken en gaf via C.-28 R.I. aan C.-III-28 R.I.
bevel:
187
„Standhouden in de lijn Steenplaats-Mookhoek. Linkervleugel tot elke prijs vasthouden. Ik
zet tegenstoot in."
De Groepscommandant ontving te 14.35 telefonisch bericht hierover en gelastte het vuur te
openen, hetgeen echter niet tot uitvoering kwam.
2) De beide vakcommandanten ressorteerden weliswaar rechtstreeks onder de Groepscommandant,
doch de telefonische verbinding van het zuidelijk vak liep over C.-28 R.I. te Maasdam.