Loosduinenwaar hij tot het neerleggen van de wapens bleef. C.-2e Batterij, res. Ie luitenant C. L. A. Schrassert Bert, verloor het verband met zijn stukken en bereikte met enkele munitieauto's eveneens Loosduinen. Na zich persoonlijk te heb ben gemeld bij C.-Vg.Holland keerde deze officier, tot besef gekomen van zijn onjuiste handelwijze, op 14 Mei naar het Zuidfront terug, waar hij te Spijkenisse het bevel over de daar inmiddels door luitenant Kamphuis verzamelde batterij weer op zich nam. Het optreden van C.-25 Afd.A. en C.-II-23 R.A. valt zeer te betreuren, te meer, daar de artillerie in Groep Kil zich op zo eervolle wijze van haar taak had ge kweten. Nadat de telefonische verbinding met Dordrecht en daardoor die met 's-Gra- venhage reeds eerder was verbroken, ging op de commandopost van Groep Kil te Puttershoek te 19.20 het electrisch licht, dat uit Dordrecht stroom ontving, uit. Het was nu duidelijk dat Dordrecht in 's vijands handen was. Van het Oude Maasfront, dat door 3 G.B. (min 4) werd verdedigd, kwamen onrustbarende berichten. Te 19.15 deelden enkele naar Puttershoek uitgeweken manschappen van dit bataljon mede, dat een pantseraanval op de Barendrechtse brug had plaats gevonden die echter zou zijn afgeslagen. Enige tijd later meldde C.-3 G.B. Daarna werd van C.-3 G.B., met wie geen rechtstreekse telefoonverbinding bestond, niets meer vernomen. De Chef van de Staf, inmiddels op de commando post teruggekeerd, zond daarop te 22.30 een officierspatrouille onder de luitenant adjudant D. C. de Vries naar de Barendrechtse brug met opdracht, zich van de toestand aldaar te vergewissen. Voordat deze patrouille terug was, kwam van G- Groep Spui een bericht binnen, afkomstig van C.-II-34 R.I., majoor H. A. Soe- tens. Deze commandeerde een vak in de opnamestelling, welke C.-Groep Spui, zonder op nader bericht van C.-Groep Kil te wachten, reeds had doen innemen. Het bericht hield in, dat 3 G.B. in stukjes en beetjes door de opnamestelling terug trok en dat de terugtrekkenden mededeelden, dat de Duitsers de Barendrechtse rug hadden overschreden en zij niet langer konden standhouden; voorts dat ma joor Soetens de indruk had, dat onder het bataljon een slachting was aangericht en dat hij bezorgd was over de zwakte van de opnamestelling Even later keerde de officierspatrouille terug en meldde, dat van 3 G.B. geen spoor was aangetroffen, dat de viersprong bij Blaak (4 km ten westen van Putters hoek) onder mitrailleurvuur uit westelijke richting lag en dat hevig mitrailleurvuur was gehoord uit de richting Heinenoord. Uit deze berichten kreeg C.-Groep Kil de indruk, dat de vijand de overgang over de Oude Maas had geforceerd en 3 G.B. in westelijke richting had teruggeslagen, zodat bij het aanbreken van de dag 193 DE GEBEURTENISSEN AAN DE OUDE MAAS Zie schetskaart nr Z. 16) "Duitsers geland aan zuidzijde Oude Maasoever, west van de brug; drie pantserwagens op de brug onschadelijk gemaakt."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 213