Onderweg ontmoette hij nog vele auto's, die zich met grote snelheid in westelijke richting verplaatsten en ook na terugkeer in de cp. passeerden nog steeds losse groepen door Blaak. Uit een en ander kreeg hij de indruk, dat uit Groep Kil verplaatsingen in westelijke richting aan de gang waren. Tijdens zijn afwezigheid was te ongeveer 16.00 een bevel van C.-Groep Kil bin nengekomen (getekend door de Chef van de Staf), dat te 14.30 was uitgegeven en dat inhield, dat een compagnie met een sectie zw.mitr. en een mortier naar Puttershoek moesten worden gezonden. Daar zeer veel spoed was geboden moest een onderdeel, zodra het gereed was, zonder op de rest te wachten worden weg gezonden. C.-2e Compagnie had, bij afwezigheid van de majoor, hiervoor de le Compagnie aangewezen, die echter geen rijwielen bezat. In verband daarmede geschiedde de verplaatsing met de rijwielen van de 3e Compagnie, aangevuld met auto's. Te Puttershoek werd de eerste daar aankomende sectie van deze compagnie door C.-Groep Kil, die niet op de hoogte bleek van het bevel van zijn Chef van de Staf, met enige krachttermen teruggezonden. De kolonel meende n.l. met een op eigen gezag teruggetrokken onderdeel te doen te hebben. Op de heen en terug gezonden compagnie en degenen, die er getuige van waren, maakte een en ander een slechte indruk (zie nootx) op blz. 191). Door een misverstand verschenen C.-3e Compagnie en twee luitenants op de cp. van C.-3 G.B., die hen terugzond. Te Blaak was intussen de eerder genoemde, door de D.E.V. afgezonden munitiecolonne aangekomen, die na afgifte van munitie naar Mijnsheerenland was doorgereden. Uit de voorste lijn kwam tussen 18.30 en 19.00 bericht, dat een schip was ge passeerd dat, hoewel van Nederlandse zijde beschoten, was doorgevaren1). C.-3 G.B. gaf e.e.a. door aan de Commandant te Heinenoord, die na 20.00 mededeelde, dat daar geen schip was gepasseerd. C.-3 G.B. vermoedde toen, dat er Duitsers tussen de brug en Heinenoord aan wal waren gegaan en nadien deden nog meer berichten deze indruk versterken. Hij begaf zich naar de sectie mortieren, die door het te Willemstad achter blijven van haar commandant en het gewond raken van diens opvolger nu werd gecommandeerd door een der stukscommandan ten. De sectie, die nog over 45 projectielen beschikte, lag onder mitrailleurvuur; de wnd. S.C. was bezig met een weinig oordeelkundige vuurleiding, zodat majoor Reijers tijdelijk de leiding overnam. Daarna vertrok hij en zegde toe, de te Blaak inmiddels afgeladen munitie te zullen doen opvoeren. Nadat hij op zijn commandopost was teruggekeerd, verscheen tussen 20.00 en 21.00 (schemering) een luitenant van de 3e Compagnie achter op een motor gezeten, die in opgewonden toestand mededeelde, dat de troepen op de rechter- en ankervleugel van het bataljon waren teruggeweken en dientengevolge ook het midden terug moest, een en ander nadat te ongeveer 19.00 drie aanvallende pant serwagens buiten gevecht waren gesteld. 195 Zie blz. 165 en 170, alsmede 171 en 172, waar de vaart van Nederlandsche schepen uit het haventje van Puttershoek naar Zuid-Beijerland is medegedeeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 215