HOOFDSTUK I BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING, DE BEZETTING EN DE PARAATHEID VAN HET ZUIDFRONT-VESTING HOLLAND a. INRICHTING EN BEZETTING Het Zuidfront strekte zich uit van de scheidingslijn met het Westfront in de Brielsche Maas tot de scheidingslijn met het Oostfront, welke liep van Giessendam aan de Merwede naar Kop van 't Land (aan de Nieuwe Merwede ten zuid oosten van Dordrecht), langs de Nieuwe Merwede tot nabij de uitmonding in het Hollandsch Diep, waar zij omboog in zuidoostelijke richting langs de grens der gemeente Hooge en Lage Zwaluwe. Het Militaire Gezagsgebied van het Zuidfront omvatte: Voorne, Putten, Beijerland, Eiland van Dordrecht; de gemeenten Sliedrecht, Papendrecht, Hendrik Ido Ambacht en Zwijndrecht; Goeree en Overflakkee; de gemeenten Willemstad, Klundert en Hooge en Lage Zwaluwe. Het front bevatte dus de gebieden, die vóór 1922 behoorden tot de „Stelling van de monden van de Maas en het Haringvliet" (die het binnendringen via deze wateren uit zee moest beletten) en de „Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak" (die de toegang uit het zuiden tot het hart van het land verdedigde). De frontlijn liep langs de kust en de noordoever van het Haringvliet, het Hol landsch Diep en de Nieuwe Merwede tot Kop van 't Land. Op de Brabantse wal vormden vroeger de nog intacte forten de Ruyter (aan het Hellegat), de Hel (2 km meer oostelijker) en het werk aan de Bovensluis een bruggenhoofd, waarvóór inundaties waren voorbereid, die ook in 1940 nog konden worden gesteld. Op de oostpunt van Overflakkee waren ten westen van Ooltgens- plaat inundaties voorbereid, eveneens behorende tot de voormalige Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak. Rondom Ooltgensplaat lagen enige verdedigingswerken, waarvan het voornaamste was het Fort Prins Frederik aan het Hellegat. Hierin waren politiek verdachte personen geïnterneerd. Als directeur was een ambtenaar van het Departement van Justitie aangewezen, terwijl een officier van de militaire administratie voor de verpleging zorg droeg. De bewaking werd uitgevoerd door een detachement militaire politie, 60 man sterk, dat onder bevel stond van een sergeant-majoor. In Bijlage XII is beschreven, wat er met deze geïnterneerden en hun bewakers heeft plaats gehad. Op Voorne liep voorheen de frontlijn van de voormalige Stelling van de Monden van de Maas en het Haringvliet langs de straatweg Brielle - Hellevoetsluis en ten westen daarvan was een inundatie voorbereid. 1 (Zie schetskaarten nrs Z. 1, Z. 2 en Z. 3)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 21