1-11-23 R.A., na de voortijdige terugtocht van 3 G.B. door C.-Groep Kil inge
deeld bij het Detachement Stroink, was echter door C.-3 G.B., die door C.-Groep
Spui was aangewezen als commandant van de opnamestelling, in de loop van de
morgen weder onder zijn bevel genomen en ten westen van Klaaswaal in stelling
gekomen.
Met het veer werden voorts in de loop van de dag overgezet St.K. en A.C.-Groep
Kil en 1-1-14 R.A., welke batterij bij Zuidland in stelling kwam, terwijl de in de
terugtocht van C.-II-23 R.A. betrokken stukken van 2-II-23 R.A. door de enige
achtergebleven artillerieofficier van die batterij, luitenant Kamphuis, te Spijkenisse
werden verzameld waar de Bt.C., luitenant Schrassert Bert, enige tijd later zelf
het bevel weder op zich nam.
In de opstelling der troepen van Groep Spui ten westen van het Spui en in de
opnamestelling kwam geen wijziging behoudens dat C.-Groep Spui, die zich in de
vroege morgen van 14 Mei weder naar Nieuw-Beijerland had begeven, het deta
chement onder C.-2-I-39 R.I. (5 sectiën van 3-1-39 R.I., 1-II-34 R.I. en 11 M.C.)
uit Zuidzijde naar Oud-Beijerland verplaatste als reserve voor de opnamestelling.
Omstreeks 7.00 gaf C.-Groep Kil aan het beveiligende scherm het bevel voor de
terugtocht waarna hij als laatste Puttershoek verliet en zich met zijn Stafkwartier
en het Artilleriecommando naar Heenvliet begaf, waar hij in het Gemeentehuis
zijn commandopost vestigde. Hij deed vandaar zijn ondercommandanten ter aan
vulling en bevestiging van de reeds in het terugtochtsbevel gegeven aanwijzingen
te 17.30 zijn bevel toekomen voor de organisatie der verdediging van het Spui
Oude Maasfront, opgenomen als Bijlage XI.x) Zoals daaruit blijkt, nam kolonel
Van Andel thans het bevel op zich over alle nog aanwezige troepen uit de Groepen
Spui en Kil en verenigde hij deze tot de Brigade C, daarmede het op 12 April
verbroken verband dezer brigade herstellend. Zo kwam onder de drang der om
standigheden ten laatste, doch te laat, de eenheid van commando op het Zuidfront
tot stand en konden de overgebleven troepen op rationele wijze worden ingedeeld.
De kolonel oordeelde het noodzakelijk, de zeer vermoeide troepen in de avond
van 14 Mei en de daaropvolgende nacht zoveel mogelijk rust te gunnen, hen weder
in het gareel te brengen en de verbanden te doen herstellen. Een en ander
moest geschieden onder dekking van de opnamestelling, die derhalve nog gehand
haafd bleef en onder bevel werd gesteld van de voormalige C.-Groep Spui en van
de nog aan de Oude Maas aanwezige troepen: 3-1-39 R.I. (min een sectie) en een
sectie zware mitrailleurs. Bij de rustende troepen werd volstaan met wachten (met
weerstandbiedende taak) aan het Spui tegenover Goudswaard, Nieuw-Beijerland
en Oud-Beijerland.
Op 15 Mei te 9.00 zou de hergroepering een aanvang nemen, welke zodanig
moest worden uitgevoerd, dat het Spuifront niet geheel van troepen werd ontbloot.
Daarbij zou er tevens naar worden gestreefd, de door elkaar geraakte onderdelen
weder te ordenen.
206
De troepen waren nog niet alle over het Spui teruggetrokken, zoals onder punt 1 vermeld.