de geheel open Damsche weg, ten zuiden van Laag Blokland, op ongeveer 15 km afstand van de Noord.1) De D.A.C., overste De Haan, kwam tijdens de vuurvoorbereiding bij de Afde ling aan en nam aldaar kennis van de ontvangen opdracht en de uitvoering daar van. Hoewel hij met de stellingkeuze niet accoord ging liet hij deze ongewijzigd, doch daar hij zich niet kon verenigen met de wijze waarop de vuurvoorbereiding werd geregeld, nam hij in verband met de grote gevaren die het vuur op deze afstand voor de eigen troepen in voorste lijn met zich bracht, persoonlijk de leiding in handen. Hij bepaalde ter besparing van munitie en ter bemoeilijking van de vijandelijke waarneming, dat slechts vuurstoten van één minuut mochten worden afgegeven. De Afdeling verschoot 60 brisantgranaten op de omgeving van Oosten- dam, waarbij waarneming door de voorste troepen plaats had. In verband met de grote afstand werden nog vóór het invallen van de duisternis door de D.A.C., tezamen met C.-I-ll R.A., majoor P. C. van Aken, stellingen voor twee batterijen verkend bij Sliedrecht; tijdens de verkenning werden zij uit de huizen beschoten. In de nacht van 12/13 Mei kwam daarop de le Batterij, onder bevel van res.kapitein A. van Rijn in stelling ten noorden van Sliedrecht doch ten zuiden van de spoorweg, de 3e Batterij onder bevel van res.kapitein N. P. P. van Hoorn ten westen van het viaduct in de spoorweg (zie schetskaart nr Z. 14). Beide Bt.Cn. vestigden hun commando- tevens waarnemingspost bij het viaduct, waar zij een goed uitzicht hadden op de brug bij Alblasserdam. De Afd.C. vestigde zijn commandopost op ongeveer 1250 m ten oosten van de spoorbrug over de Merwede te Sliedrecht in een huis, waar het gedrag van de bewoners zo zonderling was, dat hij bijzondere maatregelen tegen hen moest nemen. De 2e Batterij, onder bevel van res. le luitenant Mr. P. F. Tanja, bleef in sfwachtingsopstelling te Molenaarsgraaf. De D.A.C. verplaatste zijn commandopost in de avond van 12 Mei naar het Gemeentehuis van Oud-Alblas, waar zich ook C.-l R.W. bevond. Nu en dan laaide het infanterievuur aan beide zijden van de Noord op; de wielrijders versterkten intussen hun stellingen en groeven zich zoveel mogelijk in, de zandzakken werden gevuld. Voorts werd een dankbaar gebruik gemaakt van op de scheepswerven gevonden staalplaten en betonblokken om daarmede mitrail- leumesten te bouwen. De verpleging bleef zorg baren, daar er door de verplegingsofficieren geen levensmiddelen werden aangevoerd. Bij III-1 R.W. waren op 12 Mei zelfs de keukenauto's nog niet aangekomen, zodat compagniesgewijze levensmiddelen werden verzameld in de huizen van Alblasserdam, terwijl op petroleumstellen warme soep werd bereid. Bij 1-1 R.W. konden in de loop van de middag van 12 Mei de keukenauto's worden aangetrokken en deze werden van levensmiddelen voorzien door de zorg van een daartoe door de B.C. aangewezen fourier. 215 Laag Blokland staat aangegeven op schetskaart nr Z. 5.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 235