over Zwijndrecht naar Rotterdam werd waargenomen. Deze toestand bleef vrijwel ongewijzigd gedurende de nacht van 13/14 Mei. In de morgen van 14 Mei werd vernomen, dat de overige troepen der Lt.Div. het Eiland van Dordrecht hadden ontruimd en stelling hadden genomen bij Papen- drecht op de noordoever van de Merwede. C.-I-l R.W. zond een sectie van de 2e Compagnie naar het zuiden, die verband kreeg met de rechtervleugel van II-2 R W. (zie schetskaart nr Z. 16). b. DE TOESTAND IN DE ALBLAS SER WAARD IN DE NACHT VAN 13/14 MEI EN OP 14 MEI Wij verlieten de beide op het Eiland van Dordrecht gevormde groepen der Lt.Div. en de troepen uit het Kantonnement Dordrecht op het ogenblik, waarop de overtocht over de Merwede was voltooid (zie blz. 148) en schetskaart nr Z.16). Zoals werd medegedeeld, deed de Commandant van de oostelijke aanvalsgroep, lt tenant-kolonel Van Diepenbrugge, nadat hij over de spoorbrug bij Sliedrecht de noordelijke Merwedeoever had bereikt, deze brug afsluiten door een stuk van 4-II-K.R.A., een stuk pag. en een sectie zw.mitr. van 1-2 R.W. C.-I-2 R.W. trok tegen middernacht met het overschot van zijn bataljon (i 150 man) terug op Wijngaarden teneinde dit aldaar de hoog nodige rust te kunnen geven, onder achterlating aan de Merwede van bovengenoemde brugbezetting en van een veiligheidsafdeling in Sliedrecht. Hetzelfde werd gedaan door C.-II- K.R.A. met het overschot van zijn Afdeling, waarbij zich nog slechts één vuur mond bevond. Overste Van Diepenbrugge begaf zich vervolgens naar de commandopost van C,-Lt.Div. te Molenaarsgraaf tot het vragen van nieuwe bevelen; de Afzonderlijke Staf werd daarop weder in de Staf der Lt.Div. opgenomen. Nadat C.-Lt.Div. van het Eiland van Dordrecht was teruggekeerd had hij, daar over Dordrecht de telefonische gemeenschap met C.-Vg.Holland was ver broken, zijn Chef van de Staf naar Meerkerk gezonden, die van daaruit verbinding kreeg.1) Majoor Coers stelde C.-Vg.Holland van de toestand op de hoogte, bracht de verminderde gevechtsvaardigheid van de troep naar voren en verzocht, een terugtochtsweg te bepalen voor het geval de Lt.Div. verder zou moeten terug trekken. C.-Vg.Holland gelastte daarop, dat de Lt.Div. achter Noord en Merwede on voorwaardelijk moest standhouden en voegde hieraan toe, dat hij een bevoegd beoordelaar zou zenden om de toestand op te nemen. Als zodanig zond hij luite nant-kolonel S. Veldmeijer van de Inspectie der Infanterie, aan wie de (geheime) bevoegdheid werd verstrekt om, indien de commandovoering over de Lt.Div. ernstig te wensen mocht overlaten, het bevel over deze eenheid over te nemen. 217 Meerkerk ligt 10 km ten noorden van Gorinchem.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 237