Groepsartillerie - 23 R.A. met I te Mookhoek en II ten oosten van S tri jen; - 1-17 R.A. ten noorden van Willemsdorp; - 111-14 R.A. ten zuiden van Dubbeldam; - 25 Afd.A. bij Schenkeldijk. 11-23 R.A. was bestemd voor rechtstreekse steun van Vak Strijen; 1-17 R.A. en 111-14 R.A. waren onder een afzonderlijke commandant samengevoegd tot artilleriegroep Prinsenheuvel, welke rechtstreekse steun moest verlenen aan Vak Wieldrecht; 1-23 R.A. en 25 Afd.A. waren bestemd voor algemene opdrachten. Pioniers 14 C.Pn. bij Zeehaven ten zuiden van Dordrecht. Detachement vaartuigendienst Hollandsch Diep te Willemsdorp. Aan luchtverdedigingsmiddelenressorterende onder de Luchtverdedigingskring Rotterdam-'s-Gravenhage, waren opgesteld: - 6 Bt.Lu.A. (7,5 cm) ten noorden van Strijen; - 19 Bt.Lu.A. (7,5 cm) bij Moerdijk; - 3e en 4e Sectie van XI Zl.A.tl. - 82, 83 en 84 Pel.Lu.Mitr. (elk 4 mitr. M'25), welke het Luchtverdedigingspunt Willemsdorp vormden, waarvan 82 en 83 Pel. ten zuiden, 84 Pel. ten noorden van het Hollandsch Diep bij de bruggen waren opgesteld - 85 Pel.Lu.Mitr. ten zuiden en 86 Pel.Lu.Mitr. ten noorden van de rivier bij de bruggen nabij Dordrecht; deze vormden het luchtverdedigingspunt Zwijndrecht. In het najaar van 1939 en in het voorjaar van 1940 waren op en achter de noordelijke dijk van het Hollandsch Diep en het Haringvliet een 'ks veldver- sterkingen van hout en aarde, alsmede een aantal betonnen schuiip at.cn aange legd, berekend voor de veiligheidsbezetting van vóór 12 April versterkt met (zoals de oorspronkelijke plannen waren) een regiment van I L.K. Aan de buitenvoet van de dijk was een doorlopende draadversperring aangebracht. Rondom Willemstad en de zuidelijke toegangen tot de Moerdijkbruggen waren bruggenhoofden in aanleg, elk bestemd voor een bataljon infanterie; deze waren op 10 Mei in hoofdzaak voltooid. Bovendien waren voorbereidingen getroffen voor het stellen van de oude inundaties om Willemstad; voor nieuwe inundaties voor het bruggenhoofd Moerdijk waren de gelden echter eerst in April toegestaan, zodat de voorbereidingen daartoe op 10 Mei nog niet gereed waren. Volgens de plannen zouden de veiligheidsbezettingen van de bruggenhoofden Moerdijk en Willemstad bij een aanval uit het oosten worden afgelost door resp. 6 G.B., dat ten zuiden van Breda was belast met grensbewaking en door 3 G.B., dat een dergelijke taak had ten zuiden van Roosendaal. Beide bataljons hadden als eerste taak het stellen van een aantal versperringen op de wegen naar België en moesten daarna hun bestemming in de bruggenhoofden volgen. C.-Vg.Holland 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 27