mitrailleursectie van 3 G.B., dat in het barakkenkamp legerde. Voorts behoorde de technische uitvoering van de brugvernieling tot de taak van de politietroepen. Sedert Mei 1938 was bij beide bruggen de lading permanent aangebracht, doch zonder de slagsnoerleiding. Deze was opgelegd in vorengenoemde kazematten en mocht slechts worden aangebracht op daartoe door de O.L.Z. gegeven last. x) Even zo mocht slechts op last van de O.L.Z. tot vernieling worden overgegaan, behalve bij onmiddellijk dreigend gevaar, dat de bruggen in 's vijands handen zouden vallen, in welk geval de commandant van het dekkingsdetachement verplicht was, op eigen initiatief het bevel tot vernielen te geven.2) Behalve het, op daartoe be komen last, aanbrengen van de slagsnoeren en doen springen van de bruggen behoorde tot de taak van de politietroepen het sluiten van het eerder genoemde geconstrueerd-stalen spoorweghek en het voltooien van de gedeeltelijk gestelde palenversperring op het noordelijke einde van de verkeersbrug. Ook voor deze handelingen was een lastgeving vereist. De officieren van vorengenoemde onder delen legerden in de onmiddellijke nabijheid van hun troepen. Alle kazematten (Willemsdorp I en II, Hollandsch Diep II en de kazematten bij het noordelijke uiteinde van de verkeersbrug) waren doorlopend bezet door piketten, die een afsluitingsvuur konden ontketenen, dat het overschrijden van de bruggen zo goed als onmogelijk maakte. Tenslotte lagen dag en nacht onder de bruggen twee motorboten van het Detachement vaartuigendienst Hollandsch Diep, elk bewapend met een mitrailleur M'18, om sabotage aan de bruggen, onder nomen van de waterzijde, te beletten. Nadat in de loop van 13 April 1940 de hergroepering van het Zuidfront was vol tooid en alle troepen hun nieuwe opstellingen hadden bereikt, moesten ingevolge de door C.-Vg.Holland gegeven bevelen de verdedigingsvoorbereidingen van dit front zo snel mogelijk worden voltooid. Het aantal gevechtsopstellingen was onvoldoende voor de nieuwe bezetting en moest dus worden uitgebreid. In de zee- en rivierdijken mocht echter niet worden gegraven, zodat een aanmerkelijke grondaanvoer nodig was. De artilleriestellingen moesten nog geheel worden gebouwd. Eveneens ontbraken versterkte commando posten, hulpverbandplaatsen, munitiebergplaatsen, kortom alle voorzieningen van versterkingskunstige aard, die nodig waren om de gevechtskracht der bezetting op peil te brengen. De verkenningen, die de grondslag moesten vormen van de uit te voeren werkzaamheden werden met spoed uitgevoerd, de nodige bevelen gegeven. De werkzaamheden zelf stuitten echter op het bezwaar, dat de troepen- 9 x) De reden hiervan was, dat deze brug moest worden gebruikt door het gemotoriseerde gedeelte van de Lichte Divisie en tevens de voornaamste verbinding vormde met eventuele zuidelijke bond genoten, zodat moest worden voorkomen dat deze ontijdig, b.v. uit zenuwachtigheid, zou worden vernield. Het voornemen bestond, de brug voor gewoon verkeer bij Willemsdorp, evenals de overige ter vernieling voorbereide vaste bruggen, te voorzien van electrische ontstekingsmiddelen in welk geval zij zonder verdere voorbereiding zouden kunnen worden vernield. Deze voorziening waartoe de O.L.Z. op 16 Januari 1940 opdracht had gegeven, was echter nog niet tot genoemde brug ge vorderd. 2) De schriftelijke instructie van de Commandant van het Dekkingsdetachement is vernietigd en kan derhalve niet letterlijk worden aangehaald.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 29