- in Rotterdam en bij Feijenoord door resp. 11-I.R. 16 en 50 valschermjagers van III-le Reg. Valschj.; - te Dordrecht en Zwijndrecht (zie schetskaart nr Z. 3) door 3-I-le Reg. Valschj.; - tussen Dordrecht en Willemsdorp (zie schetskaart nr Z.4) door Staf en I-le Reg. Valschj. (min 3); - ten noorden en ten zuiden van de Moerdijkbruggen (zie schetskaarten nrs Z.2 en Z.4) door Il-le Reg. Valschj. (aan elke zijde de helft). Nog tijdens het gevecht van de valschermjagers met de bezettingstroepen van het vliegveld Waalhaven begonnen aldaar de landingen van de transportvliegtuigen met troepen. Als eerste onderdeel landde III-I.R. 16 dat, zodra het vliegveld geheel in Duitse handen was, zich op weg begaf naar Rotterdam. Vervolgens landde de divisiestaf en volgden de andere eenheden. Toen het uitladen ernstig door de Nederlandse artillerie werd gehinderd, landden de vliegtuigen ook op de kunstweg Rotterdam-Dordrecht. Behalve de onderdelen, die op Waalhaven moesten landen volgens het plan, zijn daar eveneens nog onderdelen van de 22e Divisie geland, die tengevolge van de Nederlandse tegenmaatregelen niet meer op de vliegvelden rondom 's-Gravenhage konden worden afgezet. Voor zoveel bekend behoorden hiertoe 4, 5 en 7-I.R. 65, 14-I.R. 47 en 5-A.R. 22, terwijl een bron ook C.-A.R. 22 daarbij noemt. Tenslotte is een der volgende dagen nog een bataljon van I.R. 72 naar Waalhaven over gevlogen, welk regiment in Duitsland gereed werd gehouden, voor het geval dat dit nodig zou blijken. Uit Anlage 2 van het bevel blijkt, dat bij 7e Vliegerdivisie gerekend werd op tegenacties van het Nederlandse III L.K. en de Lichte Divisie tegen de Moerdijk bruggen en wellicht ook van Britse troepen uit de richting Antwerpen. Geschat werd, dat de over Tilburg en Breda oprukkende 9e Pantserdivisie op zijn vroegst op de 2e dag verbinding met de valschermtroepen bij de Moerdijkbruggen zou kunnen opnemen. Uit de beschrijving van de strijd zal blijken, dat het gros van de op Waalhaven gelande troepen werd ingezet bij Dordrecht, aan de Noord en de Oude Maas en dat te Rotterdam tot op de 13e Mei werd volstaan met III-I.R. 16 en de 50 val schermjagers van III-le Reg. Valschj., bij de Moerdijkbruggen met Il-le Reg. Valschj. De Nederlandse commandanten konden zich door allerlei oorzaken geen juist beeld vormen van de sterkte van de Duitse troepen. Voor een deel was dit het gevolg van de talrijke onjuiste berichten omtrent valschermtroepen, die zouden zijn geland, terwijl bovendien oorzaken waren het verbroken worden van talrijke verbindingen en het ontbreken van eigen vliegtuigen in de lucht. b. DE AANVAL TEN ZUIDEN VAN HET HOLLANDSCH DIEP Op 10 Mei omstreeks 4.00 (een half uur vóór zonsopgang) verschenen enige vliegtuigen op grote hoogte boven het Hollandsch Diep. Bij 19 Bt.Lu.A. waren, 21 (Zie schetskaart nr Z. 2)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 41