c. DE AANVAL BIJ WILLEMSDORP
De te Willemsdorp gelegerde manschappen liepen, gewekt door het geronk
der vliegtuigen en het vuren der luchtdoelartillerie, merendeels in nachtgewaad
naar buiten en staarden naar het ongewone schouwspel. Even na het bombarde
ment van 19 Bt.Lu.A. werden ook op Willemsdorp een drietal bommen geworpen,
waarvan twee doel troffen. De kijkende militairen stoven uiteen en zochten dekking
langs de dijken en in de betonnen schuilplaatsen. De toesnellende Commandant
van het Vak Wieldrecht-west, kapitein Popelier en de luitenants Westerman van
het Vaartuigendetachement en Uriot van de Sectie van 11 M.C. slaagden er in,
een deel van het Dekkingsdetachement te verzamelen, terwijl de 3e Sectie van
1-1-28 R.I. door de luitenants Maas en Bonheur werd verzameld en van munitie en
handgranaten voorzien.
Laag vliegende vliegtuigen, waarvan het aantal snel toenam, scheerden over het
terrein, wierpen bommen en gaven mitrailleurvuur af. Zij werden daarbij zonder
zichtbaar resultaat onder vuur genomen door 84 Pel.Lu.Mitr.1), door de twee zware
mitrailleurs van de patrouillerende vaartuigen, door de langs de betonweg op
gestelde stukken van M.C.-I-28 R.I. en door manschappen met karabijnen.
Even later verscheen een groot aantal Junker-vliegtuigen, waaruit een paar honderd
valschermjagers afsprongen, merendeels in de Oude en de Nieuwe Beerpolder
ongeveer 2,5 km ten noorden van Willemsdorp in de onmiddellijke nabijheid der
stellingen en kwartieren van 1-17 R.A. en bij de hoeve Den Engel. De beide
mitrailleurs van M.C.-I-28 R.I., die vuur op het landingsterrein konden brengen,
werden door omlaag stekende vliegtuigen hevig bestookt. De bediening hield
echter kloekmoedig stand en bracht de vijand verliezen toe; het zuidelijkste stuk
verloor een dode en vier gewonden.
Het personeel van 1-1-17 R.A., gelegerd in een viertal boerderijen met de batte
rijstaf in enkele huizen langs de rijksstraatweg2), werd grotendeels omsingeld vóór
het de kwartieren kon verlaten. Slechts de Staf kon onder aanvoering van de Bt.C.
res.kapitein G. J. Krabbenbos korte tijd weerstand bieden. De batterij-officier
res. Ie luitenant Jhr. C. Gevers Deynoot viel door een schot in het hoofd, toen hij
met een tiental manschappen trachtte zijn commandant te bereiken.
C.-2-I-17 R.A., res. kapitein J. B. Baretta, slaagde er in, het bevel te doen over
brengen: „verzamelen bij het batterijbureau" (de zuidelijkste school te Tweede
Tol) en vervolgens een auto met munitie langs de kwartieren te sturen. Een dertig
tal manschappen bereikte het batterijbureau en bood hier onder aanvoering van
de Bt.C., bij wie zich ook C.-1-I-17 R.A. met enkele zijner manschappen aansloot,
weerstand tot munitiegebrek dwong de strijd te staken. Een ander gedeelte van het
personeel trok zich terug achter de Kildijk en geraakte hier in een hachelijke positie,
26
(Zie schetskaart nr Z. 2)
Eén stuk haperde, de drie overige stukken functionneerden goed.
2) Zie schetskaart nr Z. 1