dant van het Vaartuigendetachement, le luitenant Westerman en een aantal uit
Willemsdorp gevluchte burgers bevonden, en verschanste zich aldaar. Bij de
nadering van valschermtroepen die drie gevangen Nederlandse sergeanten met
witte zakdoeken zwaaiende als dekking gebruikten, deed de luitenant het verzet
echter staken. De bediening van de andere mitrailleur hield zich drie dagen schuil
en moest zich toen, door de honger gedwongen, bij de Duitsers melden. Ook de
bedieningen van 84 Pel.Lu.Mitr. en van het bij Willemsdorp opgestelde stuk der
M.C. van 1-28 R.I. werden tot overgave gebracht, doordat de valschermtroepen
Nederlandse krijgsgevangenen voor zich uit dreven.1)
Het langst werd weerstand geboden door de politietroepen. De beide kazematten
werden in de rug aangevallen, waar zij geen verdedigingsmogelijkheid bezaten.
De bezetting van Willemsdorp I werd daaruit verdreven door het werpen van
handgranaten in het schietgat, hetgeen van de spoorbaan af kon geschieden.
Willemsdorp II werd gesommeerd tot overgave en, toen sergeant-majoor Van
Almkerk dit afwees, ingeneveld, waardoor de verkeersbrug onzichtbaar werd en
men elkaar in de kazemat niet kon onderscheiden. De bezetting schakelde daarop
de verlichtingsbatterij van het kazematgeschut in en zette het geschutvuur op de
verkeersbrug met indirecte richting voort. Door vijandelijk vuur van die zijde werd
het kanon beschadigd.
Nogmaals werd de bediening gesommeerd zich over te geven met de bedreiging,
dat de kazemat anders zou worden opgeblazen, doch weder weigerde de sergeant
majoor. Enkele toevoerbuizen, waarop de luchtaanvoerslangen waren gekoppeld,
werden door de Duitsers dichtgestopt, terwijl de bediening de indruk kreeg, dat
gas werd ingelaten. Tenslotte werd door springmiddelen de staalijzeren toegangs
deur van de kazemat geforceerd, het slot vernield en een handgranaat naar binnen
geworpen, die oorzaak was, dat het kanon niet goed meer kon worden bediend.
Daar ruim 1200 kg springstoffen in de kazemat waren opgelegd, gaf de dappere
sergeant-majoor, toen nogmaals werd gedreigd de kazemat te zullen doen springen,
de weerstand op. Bij de gevangenneming der bezetting mocht hij, als erkenning
voor zijn dapper gedrag, de klewang behouden. Daar de bezetting van de mitrail
leurkazematten in het noordelijke landhoofd van de verkeersbrug (uit de sectie
van 11 M.C.), die tegen een bedreiging in de rug weerloos was, zich eveneens
overgaf, was hiermede het verzet ten noorden van de bruggen bij Willemsdorp
gebroken. Aan Nederlandse zijde vielen hierbij twaalf doden2) en ettelijke
gewonden.
De valschermjagers zetten zich bij Willemsdorp, Tweede Tol en de Catharina-
hoeve (ten westen van Tweede Tol aan de Kil gelegen) vast en hielden deze punten
de volgende dagen onafgebroken bezet.
28
x) Het verslag van 84 Pel.Lu.Mitr. vermeldt hierover: „De mogelijkheid om de parachutisten met
karabijnen te beschieten bestond niet, omdat ze Hollandse militairen voor zich uit dreven met een
witte vlag". Het verslag van C.-le Sectie-M.C.-I-28 R.I. meldt: „De Duitsers dreven deze Hol
landse gevangenen voor zich uit, waardoor wij niet konden schieten."
2) Zeven van het Dekkingsdetachement, twee van 1-1-28 R.I. en drie van M.C.-I-28 R.I.