d. DE AANVAL BIJ EN TEN ZUIDEN VAN DORDRECHT Bij het aanbreken van de dag, omstreeks 3.15, verschenen vliegtuigen boven Dordrecht en omgeving. De grote hoogte maakte het de beide pelotons luchtdoel mitrailleurs bij de bruggen over de Oude Maas onmogelijk, met enige kans op succes het vuur te openen. Ongeveer een half uur later scheerden enkele vlieg tuigen op geringe hoogte over de bruggen, waarop de luchtdoelmitrailleurs het vuur openden, zonder zichtbare uitwerking. Het aantal vliegtuigen nam toe en te 4.58 bewogen zich ontelbare Duitse vliegtuigen boven het Eiland van Dordrecht en ten noord-westen van Dordrecht, die honderden valschermjagers uitwierpen, voor een deel ten noordwesten van de Oude Maas niet ver van de bruggen, doch hoofdzakelijk ten zuiden van de stad in de weilanden. Het motorgeronk en mitrailleurvuur alarmeerden het gehele garnizoen - evenals trouwens de burgerij - en deed allen, die buiten de kazerne- menten woonden, daarheen snellen. Op de Zwijndrechtse oever zond de res. Ie luitenant A. Goldstein, Commandant van het Luchtverdedigingspunt, de sergeant C.-86 Pel.Lu.Mitr. met vier man naar de grote verkeersweg Rotterdam-Dordrecht, als beveiliging tegen vandaar te verwachten valschermjagers. Toen deze om versterking vroeg, begaf de luitenant zich met vier man daarheen, terwijl de overblijvenden het vuur tegen de vlieg tuigen voortzetten. Achtereenvolgens werden de beide patrouilles, die een ge sneuvelde en twee gewonden verloren, door de valschermjagers 2) overweldigd. De gewonde luitenant werd na zijn gevangenneming gedwongen, de overigen toe te roepen zich over te geven. Slechts de sergeant Hagedoorn, C.-86 Pel.Lu.Mitr., slaagde er in, met één zijner mannen te ontsnappen en de Staf van de Lvd. Kring te Rotterdam te bereiken. De valmschermtroepen overschreden, zich dekkende achter de ijzeren binten en de betonnen rand langs het rijdek tegen karabijnvuur van 85 Pel.Lu.Mitr. en van de brugwacht, de verkeersbrug. Op de zuidoostoever omsingelden zij genoemd peloton, dat zij bestookten met automatisch vuur en handgranaten, met het gevolg dat de pelotonscommandant zich, nadat drie zijner mannen waren gesneuveld, omstreeks 5.55 overgaf. Hiermede was de zwakke weerstand bij de bruggen ge broken. Uit Dordrecht was inmiddels een poging gedaan om de verdedigers bij de verkeersbrug te hulp te komen. C.-3 Dep.Comp.Pont., res. kapitein H. B. Driessen, zond omstreeks 5.30 res. Ie luitenant der genie Ir. J. Over met vier sergeanten van de officiersopleiding en dertien pontonniers per vrachtauto naar de verkeers brug. Teneinde deze te bereiken reed de auto door de tunnel ten westen van het station, die de verbinding tussen de binnenstad en de wijk Krispijn vormt (zie 29 (Zie schetskaarten nrs Z. 3 en Z. 4) 1) Melding van de luchtwachtpost Dordrecht. 2) Dit geschiedde door een ten westen van de Oude Maas afgesprongen sectie, die behoorde tot de ten zuidoosten van de bruggen afgesprongen Compagnie (3/I-le Reg.Valschj.).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 49