afstand onder vuur genomen en vrijwel vernietigd. Bij het vallen van de duisternis verzamelde de luitenant zijn afdeling in het station, waar hij van de eerder genoem de majoor Den Boer (zie noot 1 op blz. 35) opdracht kreeg, de tunnel ten westen van het station te bezetten en zodanig stelling te nemen dat de Hugo de Grootlaan, die uit de wijk Krispijn door deze tunnel naar de binnenstad leidt, kon worden bestreken. Na zich in de omgeving te hebben georiënteerd en nadat hem in de loop van de avond was gebleken, dat op last van de Kantonnementscommandant het Sportfondsenbad door onze troepen was ontruimd, bezette de luitenant het land huis „Weizicht" zodanig, dat zijn mitrailleurs de ingang van de tunnel, de Hugo de Grootlaan en de spoorweg volledig konden bestrijken. Inmiddels had de Kantonnementscommandant maatregelen getroffen om de gebrekkige bewapening van zijn troepen te verbeteren. Na telefonische voor bereiding zond hij in de loop van de middag vier auto's naar de Artillerie-inrich tingen aan de Hembrug, teneinde lichte mitrailleurs en munitie voor geweren, lichte en zware mitrailleurs en pantserafweergeschut te halen. Daar de lichte mitrailleurs uit Alkmaar moesten worden gehaald, kwamen de auto's eerst op 11 Mei tegen de middag terug met vier en twintig mitrailleurs en honderd kisten met munitie. Een en ander werd toen over de aanwezige troepen verdeeld. De vuurkracht van de kantonnementstroepen was daarmede opgevoerd tot twaalf zware en dertig lichte mitrailleurs, twee stukken pag. en omstreeks duizend karabijnen, derhalve iets groter dan die van een bataljon infanterie. Geoefendheid en samenhang lieten echter uiteraard zeer veel te wensen over. De geneeskundige dienst eiste voorzieningen, welke door de kantonnementsarts res.off.v.gez. Ie kl. Dr. H. J. Ormel met voortvarendheid werden getroffen. Begonnen werd met de keuringszaal van de M(ilitair) G(eneeskundige) D(ienst) in te richten als ziekenzaal, waardoor het aantal bedden in het kantonnements- ziekenverblijf kon worden opgevoerd tot zeventig. Voorts nam de kantonnements arts contact op met de G(emeentelijke) G(eneeskundige) D(ienst) en de Transport colonne van het Roode Kruis, die zich onder zijn leiding stelden. In het bureau van de G.G.D. werd de dienst voor het opsporen en vervoeren van gewonden georgani seerd. Hierbij werden ingedeeld drie ziekenauto's van de G.G.D. (een werd reeds in de morgen van 10 Mei stukgeschoten), vijftien vrachtauto's en drie personen auto's, uitgerust met stro en brancards en bemand door de beschikbare hospitaal soldaten, de transportcolonne van het Roode Kruis en leden van de E.H.B.O., afd. Dordrecht. Buiten de nauwe straten van de binnenstad werd een geneeskundig centrum ingericht in het Gemeentelijk Ziekenhuis en een daar tegenover gelegen particu lier ziekenhuis. Eerstbedoeld ziekenhuis diende tevens als plaats van aankomst en sortering. Bovendien werden de Middelbaar Technische School en de Ambacht school, in de onmiddellijke nabijheid der ziekenhuizen gelegen, in de loop van 10 Mei als noodhospitalen ingericht. Bedden, dekens, materialen voor ziekenver pleging en keukens werden gevorderd en voorts in ruime mate door de burgerij beschikbaar gesteld. In de avond van 10 Mei waren zodoende 670 bedden 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 65