kende over een waarde van ruim twee bataljons, een versterkt bataljon bij 's-Gra- vendeel de Kil te doen oversteken, teneinde Dordrecht uit het zuiden te ontzetten. Hij wees hiervoor 11-28 R.I. aan (zie schetskaart nr Z. 4) en ter vermijding van een tijdrovende aflossing werden de delen van dit bataljon, die zich langs de Dordsche Kil in stelling bevonden ten zuiden van De Wacht (de 3e Comp. en de M.C. min twee sectiën), aldaar gelaten en vervangen door 1-1-34 R.I. (min een sectie), welke door de Groep Spui was beschikbaar gesteld en onderweg was naar Maasdam. Het bataljon werd versterkt met de 28 C.Mr. (min de op het Eiland van Dordrecht aanwezige sectie), waarvan de Commandant zich bij C.-28 R.I. te Cillaarshoek bevond, een sectie te Strijensas stond en een sectie bij de Groepsreserve te Maas dam was ingedeeld. 1-II-28 R.I. bevond zich met een sectie zw.mitr. te 's-Graven deel; 2-II-28 RI. stond met een sectie zw.mitr. in verspreide opstelling ten westen van Strijen. Ter dekking van het overgaan der overige troepen deed C.-Groep Kil 1-II-28 R.I. met een sectie zw.mitr. te 's-Gravendeel onverwijld de Kil oversteken en te Wieldrecht een bruggenhoofd je vormen. Omstreeks 11.30 gaf de Chef van de Staf der Groep Kil aan C.-II-28 R.I., majoor D. P. Ravelli, op diens commandopost te Strijen mondeling het volgende aanvalsbevel, toegelicht met een schets op de stafkaart: Nadat de B.C. bevelen had gegeven voor de verplaatsing naar 's-Gravendeel van zijn Staf, 2-II-28 R.I. en twee sectiën zw.mitr. (de overige onderdelen werden of waren door de Gr.C. naar 's-Gravendeel gedirigeerd), begaf hij zich naar de commandopost van de Gr.A.C., waar met de Chef van de Staf en C.-I-23 R.A., majoor F. H. H. M. ten Bensel, de samenwerking tussen infanterie en artillerie bij de aanval op Amstelwijck nader werd geregeld. De Gr. A.C. had intussen reeds om 12.00 aan C.-I-23 R.A. bevel gegeven, zijn beide batterijen te Mookhoek van front te doen veranderen, de Watertoren te 's-Gravendeel door een waarnemingspost te doen bezetten en de Afdeling op Gravestein1) te doen inschieten. Voorts deed hij van 13.10 af door 2-1-23 R.A. storend vuur op Amstelwijck afgeven. Een le luitenant werd, met een ultra kortegolf-(U.K.G.)toestel, als Artillerie Officier- inlichter (A.O.I.) aan C.-II-28 R.I. toegevoegd. De aankomst der troepen werd vertraagd doordat 2-II-28 R.I. tijdens de ver plaatsing op 15 gevorderde auto's ten noorden van Mookhoek uit de richting van de Catharinahoeve onder vuur werd genomen, waardoor enige burgerchauf feurs stopten en, gevolgd door de manschappen die zich in deze auto's bevonden, 47 „Op het Eiland van Dordrecht heeft de vijand in het bijzonder omgeving Amstelwijck, Tweede Tol en Willemsdorp bezet. Bij Zeehaven en Zuidendijk bevinden zich nog eigen troepen, respectievelijk één sectie van 14 C.Pn. en personeel van 111-14 R.A. Te Uwer beschikking komen (blijven): 11-28 R.I. (min 3 en J M.C.), 1-1-34 R.I. (min een sectie), 28 C.Mr. (min een sectie). U krijgt tot opdracht hiermede bij 's-Gravendeel de Kil over te gaan, Amstelwijck te nemen en vervolgens tussen de spoorbaan en Krispijn door te stoten naar zuidrand Dordrecht (gevechtsdoel). Hier verband opnemen met de Kantonnementscommandant te Dordrecht. De aanval wordt rechtstreeks gesteund door 1-23 R.A. 1-II-28 R.I. vormt reeds een bruggenhoofdje bij Wieldrecht." De buitens Gravestein en Amstelwijck vormden één bedekt complex.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 67