Zoals werd vermeld had kapitein Crok op 11 Mei omstreeks 15.00 onder de druk
der valschermjagers met 1 en 2 Dep.C.Pont. de wijk Krispijn ontruimd en was hij
teruggetrokken op „Weizicht". Dientengevolge was in de morgen van 12 Mei
het Eiland van Dordrecht ten zuiden van de stad Dordrecht door de Nederlandse
troepen geheel ontruimd. De Nederlandse weerstandslijn, die het noordelijk deel
van het eiland met de stad Dordrecht en het veer van Papendrecht dekte, hep langs
de spoorweg Dordrecht-Sliedrecht met inbegrip van het stationsemplacement en
het buiten „Weizicht" en was - van west naar oost - bezet door: het detache
ment Plasschaert, het detachement Beernink van 3 Dep.Comp.Torp., de Sectie
spoorwegtroepen, 1 en 2 Dep. Comp. Pont. met de sectie Ruige van 14 C.Pn., het
personeel van 111-14 R.A., 3-1-28 R.I. (met de 4e Sectie van M.C.-I-28 R.I.
en de 3e Sectie van 28 C.Mr.), twee sectiën van 2-1-28 R.I. (met de 2e Sectie van
M.C.-I-28 R.I.).
Van deze lijn zou de herovering van het Eiland van Dordrecht moeten uitgaan,
doch zoals later in Hoofdstuk IV zal blijken, waren de daarvoor aangewezen troe
pen van de Lichte Divisie van deze toestand niet op de hoogte.
De Dep.C.Torp. werd versterkt met het Detachement Grondmijnversperring
nr 2 onder bevel van de 2e luitenant van de genie L. Lucassen, afkomstig uit
Huissen in de Over-Betuwe dat, na aldaar zijn taak te hebben volbracht en aan
vankelijk te zijn teruggetrokken op Vreeswijk, op last van de O.L.Z. op Dordrecht
was gedirigeerd.
d. DE POGING VAN DE LICHTE DIVISIE OM DE NOORD TE OVER
SCHRIJDEN EN AAN TE VALLEN OP HET VLIEGPARK WAALHAVEN
Zoals op blz. 52 reeds in het kort is medegedeeld, was de Lichte Divisie (Lt.
Div.), onder bevel van kolonel H. C. v. d. Bijl, op 10 Mei te 8.30 in Noord-Brabant
op mars gegaan om haar bestemming te volgen als reserve van de O.L.Z. in Zuid
en Noord-Holland.') Alvorens de gevechtshandelingen te beschrijven zal haar
samenstelling worden medegedeeld.
Het organiek tot de divisie behorende le Eskadron pantserwagens (1 E.Paw.)
was sedert het begin van de mobilisatie verdeeld over de lichte troepen ten noorden
van de Neder-Rijn. Na de Duitse overval op Denemarken en Noorwegen op 9
April 1940 waren - vooruitlopende op de verplaatsing van de gehele divisie
bij een eventueel uitbreken van de oorlog - het 2 E.Paw. en het le Regiment
huzaren-motorrijders (1 R.H.M.) naar Zuid- en Noord-Holland gezonden, ten
einde te worden gebruikt ter bestrijding van eventuele aanvallen met luchtlan
dingstroepen.
Op 1 Mei was de reorganisatie van de divisie in zoverre gevorderd, dat de
laatste nog aanwezige paarden uit de organisatie van het Korps Rijdende Artillerie
59
Zie voor het eerste gedeelte van de verplaatsing van de Lichte Divisie Hoofdstuk II van het
boekwerk: „De operation van het Veldleger en het Oostfront van de Vesting Holland, Mei 1940"
en de Militaire Spectator van April 1941.