te stellen, teneinde zo nodig te worden ingezet voor bezetting van de noordelijke Merwede-oever van Gorinchem tot Dordrecht. C.-Lt.Div. had deze opdracht te ongeveer 10.00 ontvangen, toen hij zich nog op zijn staf kwartier te Boxtel bevond, doch de woorden zo nodig waren daarin niet doorgekomen. Dientengevolge had hij een bevel uitgegeven voor bezetting van de Merwede-oever, zoals opgenomen in Bijlage II. Dit hield in, dat 2 R.W. en II-K.R.A. ten westen van de mond van de Giessen, 1 R.W. en I-K.R.A. ten oosten daarvan stelling moesten nemen, terwijl de overige onderdelen der divisie dienovereenkomstig werden gegroepeerd. In de namiddag werd C.-Vg.Holland echter door O.L.Z. gemachtigd, om de Lichte Divisie tegen Waalhaven in te zetten. Daar hij C.-Lt.Div. niet rechtstreeks kon bereiken, gaf hij telefonisch aan de Kantonnementscommandant van Gorin chem opdracht, namens hem aan C.-Lt.Div. bevel te geven om met zijn divisie de Noord over de brug bij Alblasserdam te overschrijden, de Duitse troepen op IJsselmonde aan te vallen en zich in het bezit te stellen van het Vliegpark Waal haven. Een bataljon wielrijders moest echter naar Dordrecht worden gezonden en ter beschikking van de Kantonnementscommandant aldaar worden gesteld. C.-Lt.Div. ontving dit bevel bij aankomst te Molenaarsgraaf te ongeveer 17.00. Hij stelde zich telefonisch in verbinding met C.-Vg.Holland, die de opdracht be vestigde en mededeelde, dat Waalhaven gedurende de nacht door Britse lucht strijdkrachten zou worden gebombardeerd, welk bombardement te 2.00 zou wor den beëindigd. De toestand, waarin de divisie zich te ongeveer 18.00 bevond, is aangegeven op schetskaart nr Z. 5. De voorste onderdelen van 2 R.W. waren reeds begonnen met het bezetten van de Merwede-oever. Van 1 R.W., welk regiment door allerlei oorzaken veel vertraging had ondervonden, was het Ille (voorste) Bataljon nog niet met het bezetten van de Merwede-oever begonnen, terwijl de Staf en het Ie Bataljon zich nog bij Gorinchem bevonden. Het He Bataljon was nog ver achter ten zuiden van de Bergsche Maas. C.-Lt.Div. besloot, het gros van zijn divisie in twee marsgroepen, elk bestaande uit een regiment wielrijders en een Afdeling artillerie, te doen oprukken naar de op 8 km ten oosten van Waalhaven gelegen lijn Bolnes-Barendrecht, ten einde van daaruit de aanval op het vliegpark Waalhaven in te zetten (zie schetskaart nr Z. 6). Hiertoe moesten de beide marsgroepen achtereenvolgens de brug over de Noord bij Alblasserdam in de nieuwe rijksweg van Gorinchem naar Rotterdam overschrijden (Zie foto). 2 R.W. en II-K.R.A. werden voorste (later linker) marsgroep en moesten na overschrijding van de brug bij Alblasserdam een bataljon naar Dordrecht zenden. I R.W. en I-K.R.A. werden achterste (later rechter) marsgroep. Hoewel beide marsgroepen dezelfde brug moesten gebruiken, was hiervan geen vertraging te verwachten, daar de regimenten met veel tijdsverschil te Alblasserdam zouden aankomen. Het schriftelijk opgemaakte bevel (opgenomen als Bijlage III) overhandigde C.-Lt.Div. kort daarna persoonlijk aan C.-2 R.W. bij station Sliedrecht, terwijl het voor C.-l R.W. bestemde exemplaar ter hand werd gesteld aan de luitenant-adju- 62

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 82