vuur ontvangen, waardoor een man sneuvelde en drie man werden gewond; de overgangspoging werd daarop gestaakt. Het mitrailleurvuur belette ook de verdere optische verbinding, daar sluiterposten op de westoever bij pogingen tot seinen on der vuur werden genomen. Het was duidelijk, dat de vijand steeds sterker werd; het gunstige getij voor de Lichte Divisie was verlopen, hetgeen bovendien bleek uit het ingrijpen van de Duitse luchtstrijdkrachten, dat omstreeks 10.15 begon. Alvorens dit ingrijpen te beschrijven, dient nog de overgangspoging van de rech- termarsgroep te worden bezien, die met de voorste onderdelen op 11 Mei omstreeks 4.00 bij Alblasserdam de Noord naderde (zie blz. 68). De voorhoede, 1-1 R.W. (min 1, een sectie van 2, een sectie zw.mitr. en een stuk pag.) hield kort na het aanbreken van de dag halt bij het begin van de huizenrij van Alblasserdam, die zich langs de noordelijke oever van de Alblas uitstrekte. De mars groepscommandant, luitenant-kolonel Van Gennep, deed bij de Toren en Begraaf plaats in het oostelijk deel van Alblasserdam zijn commandopost inrichten en zocht persoonlijk verband met de linkermarsgroep. Hij trof nabij de brug over de Noord C.-II-2 R.W., majoor De Bie, die hem inlichtte over de overgangen van de patrouil les ter weerszijden van de brug. De voorhoedecommandant, res. majoor C. F. Over- hof, wiens bataljon in het rechter deel van het regimentsvak moest overgaan, begaf zich ter verkenning vooruit, terwijl ritmeester Latour, C.-III-l R.W., wiens batal jon in het linker deel de overgang moest uitvoeren, contact opnam met C.-II-2 R.W. en daarna eveneens naar voren ging. Bij de verkenningen bleek, dat de langs de Noord liggende wijk van Alblasserdam bestond uit één dijk, met ten dele huizen aan weerszijden, ten dele uitsluitend aan de binnenzijde. In het aan III-l R.W. toegewezen zuidvak bevonden zich ten westen van de dijk scheepswerven, opslagplaatsen enz., die het inzicht van 's vijands zijde beletten. Bij Lammetjeswaal (ongeveer op de noordvleugel van III) echter was de straat van de westelijke oever af in te zien, zoals bleek uit het ontvangen van mitrailleurvuur, dat bij III-1 R.W. zes man buiten gevecht stelde. Het oprukken langs de binnenzijde van de dijk bleek bezwaarlijk door de perceelsafscheidingen, sloten, heggen en prikkeldraad, terwijl hier en daar een waal zou moeten worden omtrokken.1) 1-1 R.W. kon langs de dijk het noordvak niet bereiken. Bij een poging van de B.C. om met enkele manschappen van de 3e Compagnie in de looppas het open dijkgedeelte bij Lammetjeswaal over te steken, werden twee man door mitrailleurvuur zwaar gewond. Toen aldus de opmars stokte en tijd verloren ging, besloot ritmeester Latour niet langer te wachten tot het voorste bataljon zou zijn opgerukt. Hij drong met zijn bataljon naar voren en deed het gedeelte van Alblasserdam ten zuiden van Lammetjeswaal bezetten. De mitrailleurcompagnie werd op het dijkgedeelte bij deze waal als vuurdekking voor een overgang in stelling gebracht. Overgangs middelen waren echter bij het bataljon niet voorhanden, daar de gevorderde auto 74 b Een waal of wiel is een klein meertje of poel aan de binnenzijde van de dijk, veelal overblijfsel van een oude dijkbreuk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 94