bommen afwerpen. Vele huizen stortten in, vlammen laaiden op en de bevolking vluchtte in paniek. De telefoonpost nabij de commandopost van C.-l R.W. moest worden ontruimd, waarbij een le luitenant zwaar werd gewond. Ook de hulppost moest wegens brand worden ontruimd en onder leiding van een bataljonsarts van III-l R.W. werden de gewonden in veiligheid gebracht; het geneeskundig ma terieel ging echter verloren. Hoewel achteraf de verliezen gering bleken te zijn, was de morele uitwerking op de troepen groot, te meer, daar het vuur van de mitrailleurs geen zichtbare uitwerking op de vliegtuigen had. Onder de indruk van het mislukken van de overgangen over de Noord en het ingrijpen van 's vijands luchtstrijdkrachten kwam C.-Lt.Div. in de loop van de morgen tot de overtuiging, dat zijn divisie - zonder pantserwagens, luchtafweer en vliegtuigen - niet bij machte was, de ontvangen opdracht tot een goed einde te brengen. In een telefonisch onderhoud bracht hij deze zienswijze ter kennis van C.-Vg.Holland, die daarop de opdracht introk en bevel gaf de Noord vast te hou den, het gehele Eiland van Dordrecht van vijand te zuiveren en vervolgens over het Wieldrechtse Veer, 's-Gravendeel en Barendrecht op te rukken naar het vliegpark Waalhaven. Zo spoedig mogelijk moest nog een bataljon ter beschikking worden gesteld van de Kantonnementscommandant te Dordrecht. Hiervoor werd aan gewezen 1-2 R.W., dat zich op de linkervleugel aan de Noord bevond en omstreeks 14.00 naar het veer te Papendrecht afmarcheerde. 2-1-2 R.W., welke compagnie (behalve twee sectiën, die aan de Maas waren gebleven) in de nacht van 10 op 11 Mei uit Blerick te Schelluinen (3 km ten westen van Gorinchem) was aangekomen en aldaar had gerust, sloot bij het bataljon aan. De commandant van het detache ment van 3-1-2 R.W. op de westoever van de Noord had met een roeiboot per soonlijk contact met zijn commandant opgenomen en daarbij bevel gekregen, weder aan te sluiten. Door een voorbijvarend schip te pressen tot bijdraaien gelukte het, hiermede de gehele afdeling zonder verliezen weder op de oostoever terug te brengen en bij de compagnie aan te sluiten. Cn.-l en 2 R.W. kregen opdracht, in afwachting van nieuwe bevelen de over gangspogingen te staken. Het mislukken van de overgangspogingen der Lt.Div. over de Noord vormde een der keerpunten in de strijd op het Zuidfront. De krachtigste der door C.-Vg. Holland bevolen acties om het Vliegpark Waalhaven, waar de vijand voortdurend nieuwe troepen landde, te heroveren, werd hiermede gestaakt. Waalhaven bleef, als enige der binnen de Vg.Holland gelegen vliegvelden, in 's vijands handen. Welis waar kreeg de Lt.Div. thans opdracht, het doel langs een omweg te bereiken, doch het was te voorzien, dat het hieraan verbonden tijdverlies zelfs in het gun stigste geval de vijand in hoge mate ten goede zou komen. Bij de beoordeling van de mislukte aanval van de Lichte Divisie moet in het oog worden gehouden, dat zij onder ongunstige omstandigheden in gevecht kwam. Eerst was de regeling van de mars tengevolge van de vijandelijke aanval bij Moerdijk moeten worden gewijzigd. Daarop was, tengevolge van verkeerd over gekomen bevelen, opdracht ontvangen de Merwede-oever te bezetten en gedurende de uitvoering daarvan werd, zonder dat voldoende inzicht in de algemene toestand 77

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1963 | | pagina 97